Schouwen: nieuwe richtlijn helpt erfgoedmonitoring
‘Een uniforme wijze van schouwen van monumentale gebouwen en objecten, en het vastleggen van de daaruit verkregen gegevens, is essentieel voor de erfgoedmonitoring’, stellen Fenna Bekkers van de Provincie Limburg en Ernst van der Kleij van de Provincie Noord-Holland. ‘En niet alleen wij als gezamenlijke provincies, maar ook het Rijk, gemeenten en opdrachtgevers hebben groot belang bij standaardisering. De nieuwe URL 2006 ‘Schouwen van gebouwde monumenten’ voorziet daarin’.
Foto: Jan-Hylke de Jong (Fenicks)
Erfgoedmonitoring neemt grote vlucht
De provincies willen inzicht in de staat van onderhoud van de monumentale gebouwen en objecten die in hun gebied liggen. Doorgaans betreft dit de niet-woonhuismonumenten, maar het beleid kan ook gericht zijn op een bredere groep. Dit om te besluiten over provinciale beleidsdoelen rondom de monumentenportefeuille en om subsidieregelingen waar nodig bij te stellen. De informatie wordt in de monumenten monitor bijgehouden. Dit gebeurt in nauwe afstemming met de RCE zodat de relatie met het landelijke monumentenregister gedekt is.
Sinds 2016 wordt het schouwen in opdracht van de provincies in heel Nederland uitgevoerd, meestal met betrokkenheid van de Monumentenwacht. Het blijkt in de praktijk efficiënt. Wel is het zaak de werkwijze te verduidelijken en te standaardiseren. Dit is belangrijk voor landelijke vergelijkbaarheid van gegevens. Daarom hebben de provincies ERM gevraagd om een richtlijn te ontwikkelen.
Van buiten af
Anders dan een complete inspectie, leggen Fenna Bekkers en Ernst van der Kleij uit, waarvoor betreding van het monument essentieel is, wordt bij het schouwen een monument alleen van buitenaf op beeld vastgelegd. ‘Daarmee wordt globaal inzicht geboden in de bouwkundige staat van onderhoud, het levert geen volledig beeld op van het pand of object. Met moderne technieken kan in korte tijd veel informatie over een groot aantal monumenten worden verzameld. Niet van alles natuurlijk, niet van de fundamenten bijvoorbeeld, of van het interieur. De kracht van het schouwen zit in het op een beperkt aantal punten vergelijken van veel gebouwen en objecten en het regelmatig herhalen daarvan. Dat maakt trendanalyse mogelijk. Het geeft input voor onze erfgoedmonitoring, waaruit beleidsinformatie kan worden gegenereerd’. Alvorens bij te dragen aan een restauratie, geven zij aan, blijft een inspectierapport een voorwaarde. ‘Pas dan is de echte onderhoudsstatus van een individueel monument vast te stellen’.
Onderlinge vergelijkbaarheid
Bekkers en Van der Kleij zijn nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van de URL 2006. Het ontwerp van de uitvoeringsrichtlijn is vrijdag 12 maart door het CCvD Restauratiekwaliteit vastgesteld. De URL borgt de werkwijze bij het verzamelen van gegevens en het maken van beeldmateriaal. Ook zijn er nu afspraken over het beoordelen van het beeldmateriaal. ‘Veel aandacht is geschonken aan het onderscheid tussen schouwen en inspecteren’, lichten beiden toe. ‘Daarnaast aan de aansluiting met bestaande afspraken over gegevensverzameling, zoals het Monumentenregister van de RCE, de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de gemeentelijke standaard ‘De Data Beet’. Verder bouwt de richtlijn voort op URL 2005 die de classificatie van bouwdelen beschrijft’. Ook zijn juridische aspecten zoals het betreden van terreinen en privacy opgenomen.
Innovatie en verduurzaming
De richtlijn bevordert het gebruik van moderne technieken voor het verwerken van data en het maken van beeldmateriaal. Ontwikkelingen in de tijd worden beter zichtbaar. Het verzamelen van gegevens over kansen tot verduurzaming is in deze versie van de URL nog niet meegenomen, aldus Bekkers en Van der Kleij. ‘Maar dat zal ongetwijfeld in een volgende versie aan bod komen. Daarover komen steeds meer vragen, zoals bij ons in Limburg waar grote behoefte bestaat aan kennis over het verduurzamen van de veel bij ons voorkomende grote complexen als kloosters en kerken’, zegt Bekkers. En Van der Kleij ziet veel perspectief in het nog meer verzamelen en combineren van gegevens, zoals die van het energiegebruik van een object. Dat zijn stappen voor de nabije toekomst’, zeggen beiden.
Reageren? Graag!
De ontwerp-URL 2006 is voor een commentaarronde gepubliceerd. U kunt uw reactie uiterlijk 28 april a.s. sturen naar secretariaat@stichtingERM.nl. We stellen het op prijs als u bij uw reactie dit formulier gebruikt, dat helpt ons bij het behandelen van uw reactie.