Dakisolatie

Veel warmte-energie gaat via de dakzone van een gebouw verloren. Isolatie is hier dan ook zeer kansrijk en bij correcte uitvoering kan tot 30% op verwarmingsenergie worden bespaard. Dakisolatie werkt ook andersom: in de zomer behoren bloedhete zolderkamertjes tot het verleden.

Maatregelen

Warmdakisolatie

Hellend dak

De enige vochttechnische, bouwfysisch betrouwbare en effectieve dakisolatie is die waarbij aan de buitenzijde van het historische, behoudenswaardige dakbeschot en/of op de plaats van tengels en panlatten een hoogwaardig isolatiepaneel komt. Panelen met aan beide zijden een infrarood reflecterende, beschermende aluminiumafdekking (‘cachering’) en met fabrieksmatig opgelijmde tengellatten aan de buitenzijde, voldoen het beste. Over de tengels komt dan bij voorkeur tevens een dampopen, maar waterdichte folie, waarover vervolgens de panlatten komen. Dat levert een extra isolerende spouw in de dakhuid op. De oude pannen kunnen daarna terugkeren op het dak (er zijn echter wel extra pannen nodig omdat het dakoppervlak iets toeneemt door het isolatiepakket). Voorwaarde voor uitvoerbaarheid is dat de dakaansluitingen bij gevels, schoorstenen, dakkapellen en daklichten behoorlijk en zonder beeldverstoring kunnen worden uitgevoerd. Het dakvlak komt immers meer naar buiten te liggen en dat moet technisch en vooral ook in termen van cultuurwaardenbehoud wel kunnen. Vermijd bij rieten daken een te dik pak isolatie onder het riet. Dit kan namelijk ongewenst condensatievocht veroorzaken.

Platte daken


Bij platte daken en dakdelen is een eenvoudige buitendakse isolatievorm mogelijk in de vorm van het zogenaamde ‘omkeerdak’. Voorwaarde is dat het dakvlak bestaat uit een bitumineuze of kunstrubber-laag, waarop in de bestaande situatie grindballast, tegels of een lattenrooster ligt. Na afnemen van de ballastlaag en eventueel herstel of vernieuwing van het dakleer komt op het dak vervolgens een weerbestendige hardschuimisolatie met daarmee geïntegreerde of los te leggen ballastlaag. De ballastlaag voorkomt opdrijven en wegwaaien van het isolatiemateriaal. Een combinatie met de aanleg van een zonneboiler- en zonnecellensysteem is goed mogelijk. Ook kan omwille van duurzaam waterbeheer een sedumbedekking op de isolatielaag worden aangebracht.

Kouddakisolatie


Hellend dak

Isolatie aan de interieurzijde van het dak moet bij houten dakconstruc¬ties als regel worden vermeden. Doordat bij een dergelijke aanpak histo¬rische onderdelen van de kap- en dakconstructie achter de isolatielaag of binnenafwerking verdwijnen komen zij precies in de condens-gevarenzone terecht. Bovendien is de kapconstructie dan aan het zicht onttrokken. Dit is in strijd met het cultuurwaardenbehoud en tevens is de kapconstructie dan niet langer te inspecteren op eventueel aanwezige vormen van aantasting, wat nadelig is voor goede instandhouding. Leveranciers van isolatiesystemen geven vaak aan in staat te zijn de binnenafwerking van een interieurzijdig te isoleren dak goed dampdicht te kunnen en zullen afwerken. De ervaring leert dat dergelijke beloften niet realiseerbaar zijn. De dampdichte afwerking zal op korte of wat langere termijn loskomen van de houten kapconstructiedelen – die immers blijven ‘werken’ – met als gevolg dat er onopgemerkt vochtconcentratie en houtaan¬tasting ontstaat. Als daarvan aan de interieurzijde symptomen merkbaar worden – natte plekken of schimmelsporen – is het voor de draagconstructie van de kap vaak allang te laat en zal grootschalig kapherstel nodig zijn. Toepassing van binnendakse isolatie bij woonhuizen en panden waar (leef)vochtproductie speelt wordt daarom afgeraden.

Platdak

Binnendakse isolatie moet ook bij platte daken met nadruk worden afgeraden.

Zoldervloerisolatie

Wanneer de kapruimte niet of nauwelijks wordt gebruikt, is dakisolatie helemaal niet nodig. Door op de zoldervloer een isolatiepakket te leggen blijft de zolderruimte buiten de verwarmde zone en wordt energieverlies via de kap beperkt. Wanneer de zoldervloer beloopbaar moet blijven kunnen sandwich- hardschuimisolatiepanelen of dito tegels worden gebruikt met een harde, stevige toplaag. Om te voorkomen dat bij aan¬sluitingen op de bouwmuur of kapvoet condensproblemen ontstaan moet de isolatievloer rondom een kleine decimeter vrij van de draagconstructie blijven. Bij trapgaten en lichtschachten moet natuurlijk een geïsoleerd luik of omtimmering met deur worden gemaakt om warmteverlies langs die weg te beperken. Zorg daarbij ook voor goede kierdichting.

Fouten en tips

Verkeerd isoleren
Een van de meest gemaakte fouten bij energiebesparing in monumenten is verkeerd isoleren. Ieder gebouw heeft een bepaalde mate van ventilatie nodig. Verkeerd isoleren leidt tot vochtophoping en vervolgens schimmels en houtrot. Een tweehonderd jaar oude kap kan in 4 maanden volledig verrotten.

FAQ

Is het beter om aan de binnenzijde te isoleren of aan de buitenzijde?

"Bij isolatie aan de buitenzijde wordt het gebouw als het ware ingepakt.
Het voordeel is dat de gehele gebouwconstructie zich aan de warme zijde
bevindt en koudebruggen worden mee-geïsoleerd. Bijkomend voordeel
is dat monumentale aanzichten aan de binnenzijde in het zicht blijven.
Daarom is het beter om aan de buitenzijde te isoleren indien mogelijk."

Is het verstandig om een dak van een onverwarmde zolder te isoleren?

"Er gaat veel warmte verloren via de dakzône, dus isoleren is zonder meer
te overwegen. Isolatie van de kap heeft echter nadelen en is bij een
onverwarmde zolder ook niet de beste optie. In deze situatie kunt u
beter denken aan het isoleren van de zoldervloer. Dit is meestal
voordeliger dan het isoleren van de kap. Bovendien vermijdt u dat
de monumentale kapconstructie aan het zicht wordt onttrokken door
de binnenisolatie."

Moet er extra aandacht geschonken worden aan ventilatie bij isolatie van een gebouw?

"In niet-geïsoleerde gebouwen wordt een belangrijk deel van het leefvocht
dat in een gebouw ontstaat op een natuurlijke wijze afgevoerd via de
buitenschil. Isolatie blokkeert deze natuurlijke afvoer grotendeels. Het is
daarom van belang zo diffusie-open mogelijk te isoleren, zodat de
constructie kan blijven ademen. Dit is over het algemeen echter niet
voldoende en daarom moeten extra ventilatievoorzieningen ervoor
zorgen dat het overtollige vocht wordt weg geventileerd."

Informatie over
groen erfgoed
Toezicht op
monumenten
Projectaanpak
restauratie
Richtlijnen
verduurzaming
Restauratoren
Register

Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM)
Bezoekadres: Utrechtseweg 12, Amersfoort. Postadres: Postbus 420, 2800 AK Gouda. Tel: 085 - 486 24 80