Monumentenbehoud en verduurzaming kunnen hand in hand gaan
Aan de noodzaak tot verduurzaming besteedt ook ERM veel aandacht. Want al lijken monumentenbehoud en energetische verduurzaming op het eerste gezicht lastig te combineren, met maatwerk is er veel mogelijk. ‘Waar het vaak nog gaat om ambities op papier, maken wij daadwerkelijke verduurzaming mogelijk’, zegt restauratiearchitect Bastiaan van de Kraats, onder ander nauw betrokken bij de nieuwe ERM URL 1001 ‘Restauratievisie en ontwerp’.
Bastiaan van de Kraats – eigen foto
Uitdagingen
‘Steeds meer opdrachtgevers maken zich zorgen over de toekomst van de planeet, net als ikzelf’, vertelt Bastiaan van de Kraats. ‘We staan voor enorme uitdagingen om voor onze kinderen en kleinkinderen een leefbare wereld achter te laten. Uitdagingen die nog altijd teveel door economische prioriteiten worden achtergesteld en nu helaas ook door Corona. En ook al is de erfgoedsector een niche in dit geheel, het is belangrijk die opgave zorgvuldig aan te pakken. Met aandacht en maatwerk is heel veel te bereiken. Als restauratiearchitect kijk ik naar het gehele plaatje, vele belangen moeten worden gewogen. Dit spanningsveld is mooi verbeeld in de nieuwe URL 1001, de uitvoeringsrichtlijn voor restauratie-architecten, gratis te downloaden bij ERM’.
Eerste goede klap
‘Binnen het gehele pakket aan mogelijke maatregelen zie ik vaak dat een verbetering van de isolatiewaarde van de beglazing een eerste goede klap is. Daar zit het grootste lek. Enkel glas is eigenlijk niet meer te verantwoorden, tenzij het historisch waardevol is. Vervanging van glas dient op een cultuurhistorisch verantwoorde wijze te gebeuren: kijk zorgvuldig naar de profielen, hoeveel ruimte is er voor dikker glas of hoeveel ruimte kan er verantwoord gemaakt worden, wees terughoudend met coatings in verband met de spiegelende eigenschappen die niet bij een monument passen, laat het buitenste blad van de dubbele beglazing aansluiten bij de betreffende periode in welving van het oppervlak, etc.
Voor de isolatie van wanden en daken hebben wij een voorkeur voor natuurlijke regenereerbare materialen, zoals houtvezelplaat, hennep of vlas. Dit passen we bij voorkeur op een dampopen wijze toe, zodat de oude gevels hun vocht nog kwijt kunnen en risico’s van houtrot en schimmels worden verminderd. Het nieuwerwetse dampdichte isoleren is bij een monument naar mijn mening onmogelijk en ook het gebruik van anorganische en chemische materialen zoals steenwol, glaswol, PIR of PUR proberen we te vermijden: ongezond voor mens en monument, in mijn ogen het asbest van de toekomst’.
Klimaatveranderingen
‘Om risico’s van condensatie verder te beperken adviseren wij om niet te dik te isoleren aan de binnenzijde van monumentale gevels: vijf a zes centimeter. Deze eerste centimeters hebben de meeste impact, daarna neemt de toegevoegde isolatiewaarde per centimeter snel af. En met deze diktes zijn cultuurhistorische waarden vaak nog te behouden. Waar ik ook steeds op wijs is dat de klimaatveranderingen bepaalde isolatie-ingrepen overbodig maken. De steeds minder koude winters maken isolatie minder nodig, veel meer aandacht moet er nu zijn voor ventilatie en warmte-accumulatie. En ook in het laatste zijn natuurlijke isolatie materialen ideaal! In dit verband pleit ik ook voor het meer mogelijk maken van het toepassen van zonwering op monumenten, ofwel vanuit monumenteigen oplossingen zoals herstel of reconstructie van luifels en (rol)luiken, ofwel door een afgewogen nieuw ontwerp van zonwering. Het buiten houden van warmte verbetert het comfort en vermindert de koellast: onze planeet wordt niet koeler van airco’s'!
Totaalconcept
‘In de lijn van ERM bepleit ik altijd het totaalconcept. Breng eerst alle mogelijke ingrepen in beeld en maak vervolgens op basis daarvan een integrale keuze. Staar je niet blind op alleen het isoleren van een gevel, maar kijk ook naar zaken als energieopwekkingsmogelijkheden. En naar het gebruik van de ruimten. Waarom een slaapkamer isoleren als je daar toch een raam openzet? En daarbij altijd oog hebben voor het behoud van de monumentale waarden. Dat is de basis van alle kansen tot verduurzaming van een monument, die ERM in de richtlijnen biedt.’
Naast zijn betrokkenheid als bestuurslid bij ERM is Bastiaan van de Kraats ook bestuurslid van de vereniging van erkende restauratie architectenbureaus (VAWR) en directeur van het restauratie-architectenbureau 1meter98 te Amsterdam: www.1meter98.eu