Nieuw kader Rijksdienst geeft handvatten voor duurzaamheidskeuzes
Voor het eerst geeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een ‘afwegingskader voor de afgifte van vergunningen rondom de verduurzaming van monumenten’ uit. In dit kader, dat dus voor vergunningverleners is bedoeld, zijn adviezen over duurzaamheidsmaatregelen te lezen. “Het is deels overlappend en complementair aan de richtlijnen van ERM.”
De verduurzaming is een van de belangrijkste uitdagingen in de monumentenzorg - foto: RCE
Verduurzaming van monumenten, Afwegingskader voor vergunningverlening is dus nadrukkelijk niet bedoeld voor monumenteigenaren. “Vergunningverlening wordt gedaan door de gemeenten en de omgevingsdiensten. Voor deze partijen is dit kader bedoeld. Ook wij als Rijksdienst hebben door de decentralisatie van de monumentenzorg geen directe hand in de vergunningverlening”, zo vertelt Frank Buchner. Hij is één van de auteurs van het kader en werkt bij de Rijksdienst.
“Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer riep eerder op om obstakels bij de verduurzaming van monumenten zo veel mogelijk weg te nemen. Vanuit de Rijksdienst wisten wij dat het vaak niet in de regelgeving zit, zoals vaak wordt gedacht, maar in de afwegingen die gemaakt worden. Communicatie is daarbij vaak heel belangrijk”, zo legt Buchner uit.
Hij vervolgt: “Eerder gaf de Rijksdienst al brochures uit over specifieke verduurzamingsmaatregelen, zoals zonnepanelen. Dit is voor het eerst dat we een integraal kader hebben gemaakt voor monumenten. Daarbij hebben we eerst gekeken bij een aantal gemeenten, die wat verder zijn op het gebied van verduurzaming, hoe het daar was ingericht. Aan de hand daarvan hebben wij vanuit onze kennis een eigen afweging gemaakt. Daarnaast hebben we ook ketenpartners zoals de Federatie Grote Monumentengemeenten, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en ERM betrokken.”
Het afwegingskader bouwt dus voort op de lijn die is ingezet in de sector als het gaat om verduurzaming. “Op het gebied van glas en begane-grondvloeren wordt er echt een stap gezet. Bij het glas versoepelen wij de omgang met getrokken glas. Waar eerder getrokken glas per definitie als behoudenswaardig werd geadviseerd, hebben wij als Rijksdienst nu gezegd dat bij de niet-bijzondere varianten van dit glas, dus niet bij glas-in-lood of écht heel historisch glas, het vervangen overwogen zou kunnen worden. Daarbij kunnen vergunningverleners wel eisen stellen aan het uiterlijk, bijvoorbeeld dat het specifieke uiterlijk van getrokken glas wordt teruggebracht.”
“Hetzelfde geldt eigenlijk voor houten ondervloeren op de begane grond. We zien dat in de wens tot verduurzaming er regelmatig behoefte is aan het verwijderen van de houten vloerbalken met ondervloer. Ook hier zijn we, mits het geen hele historische parketvloeren of andere bijzondere vloeren betreft, soepeler in de afweging. Het verwijderen en het gebruik van beton mag wat ons betreft sneller worden geadviseerd, waardoor vloerverwarming ingezet kan worden bij verduurzaming.”
In het afwegingskader wordt gewerkt met stappen en keuzes, een beetje zoals met de restauratieladder van ERM. Vergunningverleners worden zo door verschillende opties en voorwaarden geloodst. Buchner: “Opdrachtnemers zullen dan ook zien dat het aansluit bij de uitvoeringsrichtlijnen. Soms is het kader overlappend en anders complementair aan de richtlijnen. Als het goed is, nooit tegenstrijdig.”
Vanuit de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed wordt het nieuwe afwegingskader actief onder de aandacht gebracht bij de vergunningverleners. Dat wil nog niet zeggen dat het direct merkbaar is in alle gemeenten. Iedere gemeente heeft zijn eigen monumentenbeleid dat in principe nog steeds leidend is als het gaat om keuzes rondom de vergunningverlening. “Maar er zijn ook zo’n 200 gemeenten zonder actief beleid op het gebied van verduurzaming. Die kunnen dit afwegingskader misschien direct inzetten. Al blijft het een lokale keuze wat wel of niet mag: misschien zijn er gemeenten die twee monumenten hebben en die dan precies willen behouden zoals ze nu zijn. Dat kan.”
“Ik denk dat het goed is dat zoveel mogelijk mensen kennis nemen van ons afwegingskader. Zeker ook de ERM-aangesloten bedrijven. Wat mij betreft gaat vakmanschap niet alleen om het goed werk kunnen afleveren, maar ook over het transparant, eenduidig en navolgbaar communiceren naar de klant toe. Daar helpt dit bij: het geeft een duidelijk beeld welke keuzes er komen kijken bij verduurzaming”, zo besluit Frank Buchner.
Verduurzaming van monumenten, Afwegingskader voor vergunningverlening is hier te downloaden op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.