Natasha Herman: ‘CCvD brengt visies op roerend en onroerend erfgoed bijeen’
Natasha Herman maakt sinds enige tijd namens de restauratoren van roerend erfgoed deel uit van het Centraal College van Deskundigen Restauratiekwaliteit. Hoe is dat in een gezelschap dat (oorspronkelijk) voornamelijk op het groene en gebouwde alleen erfgoed was gericht? ‘Deelnemen aan de driemaandelijkse College-vergaderingen is een beetje rennen in een race waar iedereen een olympisch professional is en ik nog steeds aan het uitzoeken ben hoe ik mijn schoenen moet strikken!’
Natasha Herman: ‘Dilemma’s binnen het gebouwde erfgoed zijn zeer herkenbaar voor het onroerend erfgoed’ – eigen foto
Bewondering
Anders dan het gebouwde (en groene) erfgoed werkt de professional voor roerend erfgoed (conservator-restaurator) niet met URL-en en met certificering, maar met een gedragscode en met een register van gekwalificeerde personen. Een ander systeem, maar met veel overeenkomsten. ‘Ik moet heel hard werken om bij te blijven met wat er binnen het Centraal College van Deskundigen Restauratiekwaliteit (CCvD) wordt besproken, maar ik geniet van elke minuut discussie. Wat daarbij helpt is dat ik ben opgegroeid in huizen die door mijn vader, als architect, waren ontworpen en (zelf) gebouwd. En vaak hing ik na schooltijd rond op de bouwplaats van door hem geleide restauraties. Deze herinneringen geven me soms een kleine voorsprong bij de CCvD-discussies, om nog maar te zwijgen van een nieuwe bewondering voor mijn vader’.
Herkenbare dilemma’s
‘Discussies over URL’s voor gebouwd erfgoed gaan vaak over dilemma’s die voor conservator-restauratoren zeer herkenbaar zijn. Zo spelen bij de restauratie van rieten daken vragen als: “Waar komt het vervangend riet vandaan en in wat voor watermilieu is het gegroeid? Hoe kan het op kwaliteit worden getest? Is dat vervangen een zinvolle onderneming als we de levensduur van het riet niet kunnen garanderen?” Dit herken ik in het vergelijkbare dilemma bij mijn eigen vak, het conserveren en restaureren van boeken: “Is het de moeite waard om aangetast origineel kalfsleer te vervangen door nieuw kalfsleer op een gebroken rug, als het kalfsleer dat we vandaag kopen van mindere kwaliteit is dan 400 jaar geleden? Is er inderdaad een praktische manier om de duurzaamheid van bepaalde materialen te garanderen en zo niet, rechtvaardigt dit gebrek aan garantie dan een keuze voor een ander materiaal of een andere techniek?”
Herkenbare hiërarchie
‘De Restauratieladder is een geweldig hulpmiddel om over deze keuzes na te denken. Vergeleken met het vaak langzamere, meer eenzame karakter van het conserveren-restaureren van roerende objecten, werkt de wereld van gebouwde monumenten op het snelle ritme en de complexe hiërarchie van de bouwsector zelf. Daarom heeft de Restauratieladder een duidelijke hiërarchie, die in de ethische codes waarmee conservatoren-restauratoren werken minder voorkomt. Het is nuttig – zo niet noodzakelijk – om duidelijke hiërarchieën te hebben wanneer beslissingen snel en in gezamenlijkheid moeten worden genomen. Ik zou mijn collegae in het roerend erfgoed willen uitnodigen om eens een blik te werpen op de restauratieladder, omdat het ongetwijfeld voor velen van hen leerzaam kan zijn’.
Kopiëren en imiteren
‘Tijdens de laatste bijeenkomst bespraken we nuances tussen de betekenissen (zoals door het CCvD zelf gedefinieerd) van de woorden “kopiëren” en “imiteren”. Alleen al binnen één taal zou je de hele dag kunnen discussiëren over of, en wat dan de verschillen zijn. Is het dezelfde vorm namaken? Hetzelfde materiaal gebruiken? Dezelfde hechtingstechnieken implementeren? Maar de discussie ging ook over de wijze waarop deze terminologie zich verhoudt tot vergelijkbare terminologie binnen andere Europese talen. Als Nederlands-immigrant (het Engels is mijn moedertaal) heb ik er tien jaar over gedaan om te beseffen dat het woord 'consequentie' in het Engels heel anders wordt gebruikt dan het Nederlandse “consequent”. “Consequence” in het Engels is het resultaat van een actie. “Consequent” in het Nederlands betekent “op dezelfde manier als eerder”. Stel je eens voor hoeveel miscommunicatie kan optreden als gevolg van kleine verschillen in de manier waarop we conservatietermen interpreteren, zowel binnen als buiten de grenzen van onze eigen moedertaal! Discussies als deze helpen ons eraan te herinneren dat we tolerantie en geduld moeten hebben met onze collega's, terwijl we proberen te communiceren en samen beslissingen te nemen’.
Makkelijk evenwicht
‘Opvallend in deze discussies met professionals voor gebouwd erfgoed is hoe gemakkelijk zij in staat zijn om met het praktische om te gaan en het in evenwicht te brengen met het ethische. In de wereld van het conserveren-restaureren van roerende objecten zijn we het allemaal met elkaar eens op een principieel niveau (de codes van ethiek), maar die overeenstemming begint vaak te kraken wanneer het praktisch wordt toegepast op de diversiteit van objecten waarin we ons specialiseren. Een vioolconservator zal er veel sneller voor kiezen om het oppervlak van een instrument opnieuw te lakken, omdat het praktische implicaties heeft voor de geluidskwaliteit van het instrument en het instrument tenslotte nog bespeeld moet worden. En dat terwijl een schilderijenconservator eindeloos kan debatteren over de verwijdering en het opnieuw aanbrengen van vernis, omdat visuele ervaring veel minder praktisch en meer interpretatief is’.
Aanpassen aan hedendaagse eisen
‘De professionals voor gebouwd erfgoed zijn mensen die om goede redenen praktisch denken. Zeldzaam zijn de gebouwen die om puur ethische redenen volledig authentiek worden bewaard. Zelfs het belangrijkste monumentale gebouw heeft rolstoelvriendelijke ruimten, rookmelders en andere aanpassingen nodig. Neem nog even het eerder gegeven voorbeeld van een rieten dak: geen monumentenzorger voor gebouwd erfgoed zal overwegen om het vergane riet op het monumentale dak met rust te laten en het gebouw onder plexiglas te bedekken! Daar is iets verfrissends aan voor ons, conservatoren van roerend erfgoed. Wij nemen vaak de standaardpositie in van “behoud in de toekomst”. Mensen in het gebouwd erfgoed worden gedwongen om het nu en de toekomst te beschouwen op een wijze die conservatoren van roerende objecten makkelijker/vaker kunnen negeren’.
Historische binnenruimten en het RestauratorenRegister
‘Momenteel overweegt het CCvD aan het RestauratorenRegister de specialisatie “Beschilderde oppervlakken Historische Binnenruimten” toe te voegen. Restauratoren die historische binnenruimten behandelen onderscheiden zich van zowel de mensen in het gebouwd erfgoed als in het roerend erfgoed. In die zin dat het hun taak is om onderdelen binnen een interieur te interpreteren. Zowel als roerende objecten op zichzelf, maar ook als delen van een groter geheel. De toevoeging van de specialisatie “Beschilderde oppervlakken Historische Binnenruimten” aan het RestauratorenRegister is een echt nuttige brug in het denken tussen monumenten- en objectenbehoud’.
‘Ik hoop dat ik in mijn rol als vertegenwoordiger van conservator-restaurator van roerende objecten binnen het CCvD die verschillende visies, die verschillen in denken, nader tot elkaar kan brengen.’