Ambacht van molenbouw hand in hand met digitalisering
Molenbouw hoort tot de oudste ambachtelijke beroepen van ons land. Die ambachtelijke kennis en kunde wordt door het gecertificeerde Beijk ondersteund met een compleet gedigitaliseerde bedrijfsvoering. Een innovatie die past in de traditie van kwaliteitsverbetering, zoals de in de jaren negentig ontwikkelde werkwijze ‘behoudend restaureren’.
Max Beijk (vooraan op de foto) ‘Bij grote hijsklussen ben ik er meestal nog wel bij’ – eigen foto
Van generatie op generatie
Natuurlijk, en gelukkig, starten er ook regelmatig nieuwe molenmakers een bedrijf. Maar de meeste molenbouwers zijn familiebedrijven. Van generatie op generatie wordt de kennis en kunde overgedragen. In het Limburgse Afferden startten in 1946 de broers Bèr en Harrie de firma Gebr. Beijk. Eerst als molenbouwers en houtbewerkers, later werden ook andere monumentale gebouwen zoals boerderijen en kerken onder handen genomen. Max Beijk vormt nu, sinds 2013, de derde generatie. Vanaf zijn zeventiende al werkzaam binnen het bedrijf en tussendoor een paar jaar bouwkunde gestudeerd, en daarna een aannemersopleiding gevolgd. ‘Aanvankelijk wilde ik zelf meewerken in de uitvoering’, vertelt hij. ‘Het werk wat komt kijken bij de bedrijfsvoering is sterk toegenomen. Een meewerkende functie op de bouw was daardoor niet meer te combineren. Tevens kwam dit ook door de groei. Daarnaast bracht de opleiding hem veel kennis bij van de mogelijkheden tot digitalisering’.
Papierloos werken
‘In de afgelopen jaren zijn we overgestapt op een compleet papierloze werkwijze. We hebben zelf geavanceerde applicaties ontworpen waarbinnen alle facetten uit de bedrijfsvoering zijn geïntegreerd. Met elke mobiele telefoon kunnen wij nu alles regelen, van materieelinspectie tot calculatie tot urenregistratie. Het brengt kantoor en bouwplaats dichter bij elkaar, verhoogt onze efficiëntie en voorkomt fouten en daarmee dus faalkosten. Daarnaast brengt het overzicht en bespaart grote hoeveelheden papier. Onze klanten hebben er grote waardering voor. Zij zien de effectiviteit, snelheid en genieten van de kostenbesparing die dit met zich meebrengt. En het biedt extra veiligheid voor de collega’s. Ik kan allerlei zaken aan de werkomschrijving toevoegen. ’s-Ochtends kan ik daarover wel vertellen en op eventuele risico’s wijzen, maar eenmaal op de locatie kan dat toch uit het oog worden verloren. Instructies via de telefoon kunnen dan de knelpunten nog eens in beeld brengen’.
(Behoudende) restauratie
In de jaren negentig van de vorige eeuw ontwikkelde Beijk een werkwijze getiteld ‘behoudend restaureren’. In de daarvoor liggende decennia lagen de restauratie-inspanningen vooral bij het behouden van de soms in zeer slechte staat verkerende monumentale en karakteristieke molens. Vaak werd snel overgegaan tot vernieuwing van vaak hoog monumentale onderdelen. Gaandeweg verschoof de aandacht meer naar terughoudend restaureren en het behoud van oude materialen. Hij is verheugd dat deze opvatting zijn weerslag kreeg in de URL 2002 Molenadvies en in de brochure Een toekomst voor molens van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Meerwaarde van certificaat
Max Beijk is trots op zijn certificaat BRL 3500 De Erkende Molenmaker. ‘Het bevestigt onze kwaliteitsborging en onze aandacht voor een optimale bedrijfsvoering. Tijdens de jaarlijkse audit worden de bedrijfsprocessen serieus doorgelicht en dat verschaft ons systematische inzichten. Daar profiteren we intern natuurlijk van, maar het certificaat geeft ook onze opdrachtgevers zekerheid. En steeds meer, en terecht, speelt certificering een rol bij het aanbesteden van een werk. Het wordt meer en meer als wenselijk beschouwd, niet alleen in Nederland, maar ook bijvoorbeeld in België. De investering in het behalen van een certificaat wegen bij lange niet op tegen de meerwaarde die het voor ons bedrijf heeft.’