Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Op 1 januari 2024 treedt samen met de Omgevingswet het eerste deel van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking. De Wkb heeft belangrijke consequenties voor (ver)nieuwbouw én monumentenzorg. Welke consequenties dat heeft voor monumentenzorg wordt hier toegelicht.
Vooraf: de Wkb is geen zelfstandige wet. De Wkb wijzigt alleen andere bepalingen, namelijk in de Omgevingswet en in het Burgerlijk Wetboek.
- de wijzigingen in de Omgevingswet gaan over het bouwtoezicht (gemeentelijke taken worden deels overgenomen door private kwaliteitsborgers).
- de wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek betreffen diverse aanscherpingen in de verhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.
Wkb
Wijziging organisatie bouwtoezicht
- Wijziging Omgevingswet (gemeentelijke taken)
- Publiekrechtelijk
Wijziging verhouding opdrachtgever – opdrachtnemer
- Wijziging Burgerlijk Wetboek (alle werken)
- Privaatrechtelijk
Wijziging bouwtoezicht (Omgevingswet)
Het toezicht op het naleven van de bouwtechnische voorschriften wordt anders georganiseerd: het gemeentelijk toezicht op het naleven van het BBL wordt vervangen door privaat toezicht (de kwaliteitsborger). Het gaat dan om het Besluit bouwwerken leefomgeving (BBL, de opvolger van het Bouwbesluit 2012). De Wkb wordt gefaseerd ingevoerd: eerst nieuwbouw van relatief eenvoudige bouwwerken (gevolgklasse 1) per 1-1-2024, waarschijnlijk een jaar later gevolgd door verbouw in gevolgklasse 1. De bedoeling is dat de zwaardere gevolgklassen 2 en 3 en bouwactiviteiten aan, op en in beschermde monumenten vanaf 1-1-2029 onder dit stelsel vallen. De monumentenzorg heeft er per 1-1-2024 alleen mee te maken in geval van nieuwbouw gk1 (en later ook verbouw gk1) in beschermde stads- en dorpsgezichten.
Zie voor meer informatie de website van het Instituut voor Bouwkwaliteit.
NB 1: Het gaat alleen om het toezicht op het naleven van de bouwtechnische voorschriften bij bouwactiviteiten en alleen om het BBL. De gemeentelijke toets aan het omgevingsplan, de welstand, omgevingsveiligheid, toezicht op het gebruik van de bestaande bouw (woonoverlast, brandveiligheid), op de Erfgoedwet (erfgoedverordening) en op de Omgevingsvergunning voor het wijzigen van een monument blijft onveranderd, dus een taak van de gemeente.
NB 2: De wijziging betreft alleen gemeentelijke taken. De taken van bijvoorbeeld het waterschap (zoals bemalen - waterwetvergunning) blijven ongewijzigd.
Wijzigingen in de verhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer (BurgerlijkWetboek)
De regeling rondom de aansprakelijkheid en de waarschuwingsplicht wordt strikter. Ook zijn er afspraken over het maken van een overdrachtsdossier. Verder wordt preciezer bepaald hoe moet worden omgegaan met de retentietermijn en de financiële borging van naleving van een aanneemovereenkomst. Dit wordt geregeld met een wijziging van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Meer informatie over deze wijzigingen en voorbeelden van het verschil in impact tussen de oude en de nieuwe regels zijn te vinden in de brochure “De Wkb: Veranderingen Burgerlijk Wetboek in de praktijk”. Deze brochure noemt nu (per einde 2023) nog 1-1-2023 als datum van inwerkingtreding, maar dat moet 1-1-2024 zijn. Verder is de brochure nog geheel actueel.
NB 1: De BW-wijzigingen gelden voor alle werken, dus ook werk aan monumenten. Echter de aanscherping van de retentietermijn en de financiële borging van naleving van de overeenkomst hebben alleen betrekking nieuwbouw van een woning voor een particuliere opdrachtgever (‘bouwconsument’).
NB 2: De BW-wijzigingen gelden meteen vanaf de eerste dag dat de Wkb geldt (1/1/2024), er is geen overgangsrecht.