Aansprakelijkheid en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
De afgelopen jaren is er veel verteld en gediscussieerd over de verandering van het bouwtoezicht door de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Weinig wordt er gesproken over dat andere deel van de Wkb: de verandering van de regels over aansprakelijkheid. En dat is niet terecht. Want deze nieuwe regels zijn minstens zo ingrijpend als de veranderingen in het bouwtoezicht. De nieuwe regels over aansprakelijkheid zijn ook belangrijk voor werk aan monumenten. Daarom in dit artikel een introductie.
Inwerkingtreding
Vooraf: de inwerkingtreding van de Wkb is gepland op 1 januari 2022. Maar door aanvullende vragen van de Eerste Kamer is het nog niet zeker of die datum gehaald wordt. En ook de komende verkiezingen zorgen voor onzekerheid: wat gaat het nieuwe Kabinet doen met deze wet? Want ondanks een voorbereiding van meer dan 15 jaar, een informatiecampagne van het ministerie van BZK, een ambassadeursnetwerk en een aantal pilotprojecten heeft deze wet (vooral het deel over bouwtoezicht) weinig vrienden. Naar verwachting is er voor de zomer 2021 duidelijkheid.
Verbeteren positie van de opdrachtgever
De Wkb is gericht op het verbeteren van de privaatrechtelijk positie van de opdrachtgever ten opzichte van de aannemer. Het Kabinet vindt dat het eenvoudiger moet worden om de aannemer aan te spreken op gebreken en dat de aannemer meer informatie moet verstrekken. Dit wordt geregeld via wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek (BW). De regeling rondom de aansprakelijkheid en de waarschuwingsplicht worden strikter. Ook komt er een verplicht opleverdossier. Door deze wijzigingen wordt het steeds belangrijker om goed vast te leggen (in schrift en in beeld) wat je als aannemer hebt gedaan en wat je als aannemer hebt opgeleverd. De uitvoeringsrichtlijnen van ERM voorzien hier al in veel gevallen in.
Aansprakelijkheid
De belangrijkste wijziging is misschien wel de aanscherping van de aansprakelijkheid. De wijziging van het BW heeft drie gevolgen voor de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer:
1. De aannemer is in principe na oplevering aansprakelijk voor alle gebreken, ook die gebreken die niet bij oplevering van het werk zijn ontdekt.
2. De aannemer is niet aansprakelijk voor gebreken die niet aan hem zijn toe te rekenen. De bewijslast over de vraag of de gebreken (niet) de aannemer toe te rekenen zijn, rust op de aannemer.
3. Afwijken van de nieuwe wettelijke regeling is niet toegestaan bij consumenten. Bij professionele opdrachtgevers is afwijken wel toegestaan, maar moet de afwijking van de aansprakelijkheidsverdeling uitdrukkelijk in de overeenkomst worden opgenomen. Een regeling via de algemene voorwaarden is niet toegestaan.
Waarschuwingsplicht
Ook de waarschuwingsplicht wordt aangescherpt. De aannemer moet de opdrachtgever voortaan schriftelijk wijzen op fouten in het ontwerp of een andere bouwkundige conditie dan uit de onderzoeken blijkt. Voor reguliere bouw een logische constructie, maar bij werk aan monumenten kan dat best een uitdaging zijn. Ook is het belangrijk dat historische technieken of materialen niet altijd aan dezelfde prestatie-eisen kunnen voldoen als materialen die nu in de bouwmarkt verkrijgbaar zijn. Het gaat niet alleen om de technische gevolgen, maar ook om de juridische gevolgen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het mogelijk niet voldoen aan publiekrechtelijke voorschriften, zoals het verbod om een monument te slopen, beschadigen of ontsieren zonder Omgevingsvergunning.
Ook voor monumenten
De wijziging van het BW geldt voor alle werken, ook voor werk aan monumenten. Daar is wel eens verwarring over, omdat het andere deel van de Wkb (wijziging bouwtoezicht) niet geldt voor monumenten.
Het is ook goed om te weten dat het Kabinet niet voorziet in overgangsrecht. Dat betekent dat een werk dat grotendeels uitgevoerd wordt in 2021, maar opgeleverd wordt in januari 2022, ook in zijn volle omvang onder de nieuwe regels valt.
De aannemer
De Wkb heeft betrekking op het werk van de aannemer. De aannemer is een ieder die op basis van een overeenkomst met zijn opdrachtgever ‘een werk van stoffelijke aard tot stand brengt, buiten dienstbetrekking, en tegen een door zijn opdrachtgever te bepalen prijs in geld’. De Wkb geldt dus niet alleen geldt restauratiebouwbedrijven, maar ook voor andere typen werkzaamheden als rietdekken, voegers, schilders, smeden etc.. De Wkb is ook van toepassing op ZZP-ers; de bedrijfsomvang is niet van belang. Klik hier voor meer informatie.