Voegwerk met beschadigingen
Versleten voegwerk als gevolg van reiniging.
Schade
Het voegwerk is verweerd, weggespoeld of uitgevallen. Ook kan het fysiek beschadigd zijn. Voegwerk is aan vervanging toe als het zijn waterwerende en beeldbepalende functie niet meer vervult. Verweerd, maar nog grotendeels functionerend voegwerk blijft in principe gehandhaafd.
Oorzaak
Een te hoge vochtbelasting en/of een verstoord drooggedrag. Onoordeelkundig voegwerkherstel kan dit tot gevolg hebben. Het voegwerk kan ook zijn beschadigd door zoutuitbloei. Mechanische schade kan ontstaan door te intensieve of niet passende reiniging.
Aanpak
Een licht beschadigde voeg, die zijn functie nog vervult, is te prevaleren boven een nieuwe voeg. Hardheid en dichtheid zijn geen kwaliteitscriteria voor nieuw voegwerk. Voor verantwoord herstel is deskundig advies noodzakelijk. Plaatselijk herstel heeft de voorkeur. Integraal vervangen van het voegwerk van een gevel is pas noodzakelijk wanneer het voegwerk voor meer dan 65 procent slecht is. Aanbevolen wordt om voorafgaand aan de werkzaamheden proefmonsters voor het voegwerk te laten zetten en die te (laten) beoordelen. Uitvoering en beoordeling vereisen specifieke deskundigheid.
Herstel
Het te verwijderen voegwerk wordt uitgehakt, zonder schade aan de steen toe te brengen, tot de nodige uithakdiepte (= minstens 1,5 x voegbreedte). Vervolgens wordt de lintvoeg handmatig met een smalle beitel uitgehakt. Zeer smalle (< 2 mm) stootvoegen laat men liefst ongemoeid. In alle gevallen is de basiseis dat het (bak)steenwerk bij voegverwijdering volledig ongerept blijft. Een goed uitgehakte voeg is ‘rechthoekig’ uitgehakt zonder noemenswaardige mortelresten op de voegvlakken. De voegafwerking moet identiek zijn aan de bestaande.
In metselwerk met een kalkmortel mag geen cementvoeg worden toegepast, omdat daarmee op den duur schade aan de steen ontstaat. Alleen kalkmortel, waarvan de samenstelling strookt met die van het bestaande werk, is op zijn plaats. Te licht afstekend reparatievoegwerk kan worden ‘verouderd’ en bijgekleurd, bijvoorbeeld met gootslijk.