Natuursteen met beschadigingen
Gebroken hardsteenblok door roestende scharnierdook.Gebroken hardsteenblok door roestende scharnierdook.
Schade
Oppervlakteschade en desintegratie (verlies van samenhang, breuk), zoals overmatige verkleuring, vervuiling, uitspoelen, oppervlakteverlies, afboeren of ‘steken’ (ontspanningsscheuren in de natuursteen zelf).
Oorzaken
De schade treedt overwegend op als gevolg van weersinvloeden. Ook roestende doken of zetting kunnen schade veroorzaken. Versnelde verwering treedt vaak op door te hoge vochtbelasting, biologische aantastingen of onjuiste materiaaltoepassingen, detaillering en uitvoering bij eerdere restauraties. Een zuur milieu (‘zure regen’) kan bij kalksteen opper-vlakteverval (gipskorsten) veroorzaken. Niet iedere vorm van verwering is schadelijk. Natuurlijke veroudering met behoud van technische prestatie vormt géén herstelindicatie. Oppervlakteverandering of patinering is eigen aan het bouwmateriaal en de gebouwleeftijd.
Onoordeelkundig reinigen kan dan schade veroorzaken en de levensduur van de natuursteen bekorten. Gevoelig voor verwering zijn afzettingsgesteenten (zandsteen, kalksteen). Stollingsgesteenten zoals graniet zijn weerbestendiger. De enorme variatie in soorten en kwaliteiten natuursteen betekent grote diversiteit in schadevormen en behandelmethoden.
Aanpak
Een schadeanalyse en behandelmethode laten opstellen door een erkende natuursteenspecialist. Bij geconstateerde versnelde verwering moet eerst de oorzaak worden verholpen, alvorens tot het herstel wordt overgegaan. Voor herstel van historisch beeldhouwwerk geldt een geheel eigen instandhoudingsaanpak; maatwerkadvies is daarvoor vereist.
Herstel
Schade kan worden hersteld met een reparatiemortel of door het inschieten van nieuwe natuursteenelementen. Essentieel is goede determinatie van het bestaande werk (soort, bewerking, vormgeving) en selectie van gelijksoortig materiaal of een verantwoorde (bouwfysisch, visueel) vervangende natuursteensoort. Combinatie van meerdere soorten steen met verschillend vochtgedrag kan versnelde verwering van het oude werk tot gevolg hebben. Juiste materiaal-compatibiliteit is daarom vereist. Dat geldt ook voor de toe te passen reparatiemortels.