Natuurmonumenten borgt groen én cultureel erfgoed
Natuurmonumenten heeft veel groene en gebouwde Rijksmonumenten in bezit. De zorg voor het beheer en onderhoud neemt de organisatie zeer serieus. Zo werd dit voorjaar het unieke lanenstelsel van het Landgoed Eerde in Overijssel in ere hersteld.
Herstel van de unieke harmonieuze proporties van de lanen - Foto Ruurd van Donkelaar
Gefaseerde vervanging
Midden in het hart van Overijssel, tussen Ommen en Den Ham, ligt het 540 hectare grote landgoed Eerde. Het statige kasteel, het parkbos met brede lanen en de karakteristieke boerenerven, nu in eigendom van Natuurmonumenten, is in 1715 gebouwd in opdracht van Johan Werner Baron van Pallandt. Hij hield, als oud militair, een strikte maatvoering aan, en gaf het landgoed en het kasteel een Frans classicistische stijl. In de eeuwen daarna is het landgoed goeddeels in zijn oude historische belijning bewaard gebleven, uniek voor Nederland. Veel van de oude lanen en bomenaanplant zijn inmiddels aan het eind van hun levensfase. Afgelopen decennium begon Natuurmonumenten met de gefaseerde vervanging van de lanen en bosvakken. De begin achttiende eeuw met militaire precisie aangelegde eiken- en beukenlaan zijn van nieuwe aanplant voorzien. De oude zichtlijnen zijn weer teruggebracht.
Tuinhistorisch onderzoek
Natuurmonumenten hecht veel waarde aan de uitvoeringskwaliteit en juiste werkwijze in groen erfgoed, een reden waarom Natuurmonumenten in de persoon van Johan van Galen Last ook zitting had in de begeleidingscommissie van de URL en de BRL voor groen erfgoed. ‘De ERM-richtlijnen kunnen we niet dwingend voorschrijven’, vertelt hij, maar we geven ze de opdrachtnemers wel mee als inspiratiebron. Dat kan omdat ik als beheerder telkens met een aannemer voor een buitenplaats een maatregelplan opstel en elke ochtend, hoe arbeidsintensief ook, de die dag de uit te voeren werkzaamheden doorspreek.’
Voor Landgoed Eerde was Maarten Vos, Tuinbaas Cultuurhistorische Tuinen en Parken Beheereenheid Achterhoek / Salland, verantwoordelijk voor het herstel. ‘Er is eerst een gedegen tuin-historisch onderzoek gedaan, overeenkomstig de richtlijn zoals door de ERM wordt beheerd. Daarbij is de juiste maatvoering en plantverbanden geanalyseerd. Deze plantpatronen, zoals een quinconce plantverband (driehoeksverband) in de bosvakken, vormden het uitgangspunt voor het herstel. Immers, een nieuwe laan plant je voor generaties, dus moet je dat in een keer goed doen. De laanbomen staan in een plantverband waarbij de afstand in Rijnlandse roeden (3,767 meter = twaalf voet) is gezet. De afstand tussen de bomen is zestien voet’.
Hoge eisen
‘Natuurmonumenten heeft hoge eisen gesteld aan het plantmateriaal en de uitvoering’, vervolgt Maarten Vos. ‘Als plantmateriaal is gekozen voor bomen van inheemse zaaiselecties. Daarvoor is eerst een bodemonderzoek gedaan naar de samenstelling, zuurgraad en het bodemleven. De zuurgraad op de voedselarme zandgrond van Salland bleek erg laag te zijn en het bodemleven minimaal. Goede grondverbetering in de plantgaten en tijdelijke voorzieningen om water te geven in droge zomers moet het slagingspercentage van de jonge aanplant vergroten. De laanbermen tussen de bomen worden ingezaaid met een inheems gras-kruidenmengsel geschikt voor extensief maaibeheer. De nazorg bestaat uit gerichte snoei van de bomen tot de juiste kroonvorm is opgebouwd.’