Netwerkbijeenkomst Groen Erfgoed Gemeenten 'Aardse Paradijstuinen'
Begraafplaatsen als groen erfgoed
Groen erfgoed kent allerlei gedaanten. Het gaat daarbij niet alleen om tuinen van buitenplaatsen en kastelen, maar ook bijvoorbeeld om dierentuinen, sportparken en begraafplaatsen. De jaarlijkse bijeenkomst van het Netwerk Groen Erfgoed Gemeenten stond dit keer (24 september 2024) in het teken van zogeheten funerair erfgoed (erfgoed rond begraven en cremeren). Daarbij werden twee 19e-eeuwse begraafplaatsen in Utrecht bezocht: Kovelswade (1901) en Soestbergen (1830), beide Rijksmonument.
In tweede helft van de achttiende eeuw zijn de eerste begraafplaatsen buiten de (destijds) bebouwde kom gerealiseerd; vooral omdat in de kerken en op kerkhoven er geen plaats meer was en ook omdat er nieuwe inzichten waren wat betreft hygiëne. Dat ging niet zonder of slag of stoot, vertelde funerair-erfgoedadviseur Leon Bok. Het begraven op afstand van een kerk voelde als tegennatuurlijk en onveilig.
De 19e-eeuwse begraafplaatsen werden soms door gerenommeerde tuinarchitecten ontworpen. Dat geldt ook voor begraafplaats Soestbergen, ontworpen door J.D. Zocher. Dergelijke begraafplaatsen waren ook ontworpen om er goed te kunnen vertoeven. Het ontwerp van andere begraafplaatsen was eerder een imitatie van de rechthoekige indeling van de graven in een kerkvloer.
Tegenwoordig vormen veel 19e-eeuwse begraafplaatsen groene oases binnen een stedelijk gebied, zoals de bezochte begraafplaatsen in Utrecht. Deze begraafplaatsen hebben daarmee ook nieuwe functies gekregen en ze worden ook anders gewaardeerd dan in het verleden, bijvoorbeeld vanwege biodiversiteit.
De beheerders van historische begraafplaatsen staan voor een ingewikkelde opgave, vertelt ook Tanja Medema, beheerder van deze Utrechtse begraafplaatsen. Hoe exploiteer je zo’n oord? De inkomsten uit begraven wegen niet op tegen de kosten van groenbeheer en onderhoud van monumentale graven en bouwwerken. (In de 19e eeuw werden er soms ook inkomsten gehaald door de verkoop van kaphout van begraafplaatsen, vertelde Bok, maar een dergelijk exploitatiemodel is natuurlijk nu niet meer aan de orde.) Er wordt bovendien steeds minder begraven dan gecremeerd. De beheerders van nu zijn daarom erg afhankelijk van financiële bijdragen van gemeente voor beheer en van de Rijksoverheid (denk aan SIM) vanwege de groen- en monumentale waarden. Soms kunnen gebouwen op een begraafplaats ook op aanvullende wijze worden geëxploiteerd, bijvoorbeeld met een culturele functie, maar dat vereist wel een aanvullende organisatie.
Dilemma’s bij het beheer van historische begraafplaatsen zijn verder: wat is behoudenswaardig en wat niet? Soms worden grafmonumenten geadopteerd (met zelfs nieuwe begravingen ter plaatse). Op Kovelswade worden bijvoorbeeld soms kenmerkende (resten van) grafmonumenten verplaatst naar locaties op het kerkhof waar volgens de huidige richtlijnen niet meer mag worden begraven (te dicht bij het wortelgestel van een boom). Op sommige begraafplaatsen (zoals Groenesteeg in Leiden, waarover Anneke Jesse vertelde) is er een team vrijwilligers om graven en groen te onderhouden, maar dat is zeker niet overal het geval. In andere gevallen worden (niet-monumentale) grafmonumenten overgegeven aan verval, of wordt er geruimd als er geen levende belanghebbenden bekend zijn. Er is zeker óók nog steeds belangstelling voor begraven op historische begraafplaatsen.
Wat betreft het groenbeheer zijn er meer dilemma’s. Sommige beheerders kiezen mede vanuit kostenoverwegingen voor extensief onderhoud van paden, die daardoor graspad worden in plaats van aan te harken zandpad (zoals bij begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn, vertelde spreker Karsten Orth). Is netjes per se beter? Met de sterfte van grote beeldbepalende bomen zoals beuken door klimaatverandering is het ook de vraag met welke soorten te herplanten. Al lopende over de Utrechtse begraafplaatsen is over deze vraagstukken gediscussieerd en zijn ervaringen uitgewisseld, zonder overigens tot eensluidende antwoorden te komen. Ook voor historische begraafplaatsen geldt: het blijft maatwerk.
De bijeenkomsten van het Netwerk Groen Erfgoed Gemeenten zijn bedoeld voor gemeentelijke medewerkers betrokken bij beleid, advies, toezicht en beheer van groen erfgoed. De bijeenkomsten vinden ieder jaar op een andere locatie plaats, steeds met een ander thema. In 2025 is dat naar verwachting in het Park in Rotterdam.
Deelnemers van het Netwerk Groen Erfgoed op Kovelswade - bron: ERM