Robert-Jan de Bruin: 'Wet kwaliteitsborging straks ook belangrijk voor monumenten'
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen treedt 1 januari 2021in werking. Al geldt de wet dan nog niet direct voor monumenten, de aanpassingen in het Burgerlijk Wetboek, waaronder met name de aangescherpte aansprakelijkheid met de 'omgekeerde bewijslast', gaan wel gelijk gelden voor alle bouwwerken, dus ook voor monumenten. 'De opname aan het begin van het werk (van de aanvangskwaliteit) wordt cruciaal, net als het werken met de uitvoeringsrichtlijnen', stelt KVM-coördinator Robert-Jan de Bruin van Koninklijke Woudenburg vast. Want werken met de uitvoeringsrichtlijnen geeft aannemer én opdrachtgever houvast.
Robert-Jan de Bruin - eigen foto
Wkb: vooraf risico’s beoordelen en omgekeerde bewijslast
De aanstaande Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) heeft een grote impact voor aannemers en hun opdrachtgevers. De aannemer moet voor de start van de werkzaamheden aantonen hoe de kwaliteit vastgelegd gaat worden. Bij de oplevering moet hij kunnen aantonen dat het werk aan alle Bouwbesluit-eisen voldoet. Als de aannemer dit niet voldoende kan, dan zal de kwaliteitsborger geen verklaring afgeven. Zonder zo’n verklaring mag het gebouw niet in gebruik genomen worden. De Wkb vraagt om een nieuwe aanpak die voor een belangrijk gedeelte bestaat uit het vooraf beoordelen en vervolgens managen van risico’s door de aannemer. Dit betekent ook het bijhouden van een administratie in een kwaliteitssysteem. Dit komt in de plaats van het toezicht van de gemeente op het naleven van het Bouwbesluit. De gemeente blijft wel de toezichthouder voor de omgevingsvergunning. Daarnaast wordt ook de aansprakelijkheid van aannemers aanzienlijk vergroot. Op dit moment is de aannemer meestal niet aansprakelijk voor gebreken die na het moment van oplevering worden ontdekt. In de Wkb blijft de aannemer ook na oplevering verantwoordelijk (de omgekeerde bewijslast).
Voorbereiden op de Wkb
'De Wkb gaat meer vragen van de aannemers, maar dat biedt ook meer mogelijkheden op betere kwaliteitsborging', licht Robert-Jan de Bruin toe. 'Je wordt gedwongen op een transparante wijze om te gaan met de risico’s en om te laten zien wat je hebt gedaan in het werk. Wij zijn daarmee al aan de slag gegaan. Met behulp van tablets leggen we vast wat we aantreffen voorafgaande aan de start van onze werkzaamheden. Hoe ziet het monument, of de monumentale onderdelen van een gebouw eruit? Die foto’s geven ons, maar ook onze opdrachtgever, inzicht in de huidige situatie. Dat doen we ook tijdens de restauratiewerkzaamheden. Zo maken we naast alle schriftelijke stukken een fotografisch dossier. Dat doen we geheel conform de van toepassing zijnde uitvoeringsrichtlijnen'. Robert-Jan geeft een voorbeeld. 'Stel een plafond moet worden geïsoleerd. De kwaliteitscontrole zou in het verleden wellicht hebben bestaan uit een visuele inspectie. Wij fotograferen nu de isolatielaag met een ingestoken duimstok, waarmee de diepte ervan wordt aangegeven. Dat doen we bijvoorbeeld ook met werkzaamheden aan voegen. Zo tonen we aan dat we conform de URL werken'. 'Dat we dit nu al doen, heeft ook te maken met het feit dat de Wkb straks ook geldt voor werken die voor 1 januari 2021 zijn gestart. Er is geen overgangsrecht voor werken die eerder gestart zijn. En we menen dat hoe eerder je met de consequenties van de wet aan de slag gaat, hoe eerder je er ook op bent voorbereid'.
Gebrek aan kennis
De Bruin plaatst ook een aantal kanttekeningen bij de Wkb. 'Waar ik me zorgen over maak is over de kennis van de kwaliteitsborger, straks op de bouwplaats. Wat kan een kwaliteitsborger met alleen kennis van het Bouwbesluit zeggen over een restauratiewerk? Bijvoorbeeld wanneer het gaat om het raakvlak tussen mogelijk monumentale onderdelen in een renovatieproject? Heeft deze daar enig gevoel bij, en voldoende kennis van? Hier valt nog wel wat te winnen.' Kijk hier voor meer informatie over de WKb.