Inspecteren van molens: een grote stap vooruit

Molens zijn onderhoudsgevoelig en worden daarom regelmatig geïnspecteerd op bouwkundige gebreken. Omwille van veiligheid natuurlijk, maar ook ten behoeve van planmatig onderhoud en het budgetteren. Maar een goede moleninspectie, daar komt nog heel wat bij kijken. Molendeskundigen hebben de handen ineen geslagen om te komen tot goede afspraken in de vorm van een ERM-richtlijn. In dit artikel meer over de inhoud en het nut van zo’n richtlijn.

De inhoud van de richtlijn voor moleninspecties
De richtlijn voor moleninspecties is onderdeel van een groter geheel: de uitvoeringsrichtlijn voor het inspecteren van monumentale gebouwen en objecten (URL 2005). De hoofdtekst van de URL beschrijft de manier van inspecteren.

Bij de URL hoort een ‘bibliotheek’ met een systematische opsomming van onderdelen van monumentale gebouwen en objecten– en nu dus ook van molens. De ‘bibliotheek’ is de basis voor de inspecteur bij het kwalificeren van wat hij ziet. Er is een Gebrekenlijst die beschrijft wanneer iets een gebrek is - en zo ja hoe ernstig dat is (uitgedrukt in scores 1 tot en met 6, waarbij 6 de slechtste score is). Voor het gaande werk van molens is dat bijlage 8. Ook is er een Maatregelenlijst die aangeeft wat er gedaan kan worden om het gebrek op te lossen. Voor het gaande werk bij molens is dat bijlage 9.

Inspectierapport doorgronden
Gerard Troost, medewerker molens bij de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, is lid van de begeleidingscommissie die de richtlijn heeft opgesteld. De waarde van de richtlijn ligt wat hem betreft vooral in het doorgronden van het inspectierapport. “Een goed inspectierapport geeft de moleneigenaar de juiste input voor een gesprek met de moleninspecteur en de molenmaker. Een inspectiescore 3 bijvoorbeeld, betekent dat er geen direct ingrijpen nodig is. Maar zo’n score is wel van belang voor mijn onderhoudsplanning op langere termijn. Een goed inspectierapport helpt om vooruit te denken, je kunt onderhoud beter plannen. Je weet wanneer je middelen nodig zult hebben voor het onderhoud. De nieuwe richtlijn geeft hiervoor een uitstekende systematiek. Een inspectierapport volgens de URL 2005 geeft de eigenaar dus meer mogelijkheden om het rapport te doorgronden. “

Professionaliteit
Gerrit van de Pol, inspecteur bij de Monumentenwacht Gelderland, is blij met de richtlijn. In de eerste plaats omdat de richtlijn helpt om te voorkomen dat molenonderdelen onterecht buiten beschouwing blijven. Het zal ook sterk bijdragen aan een uniforme manier van inspecteren, vindt hij, omdat er gewerkt wordt met dezelfde indeling, benamingen en codering. Dat verbetert de onderlinge vergelijkbaarheid van inspecties.
Maar hij wijst ook op de toekomst. De richtlijn geeft een duidelijke indeling en codering van het gaande werk. Van de Pol: “Dat helpt bij het inspecteren zelf, maar het maakt ook andere verbeteringen mogelijk. Bijvoorbeeld: als er landelijk gedragen coderingen zijn, wordt het bijvoorbeeld mogelijk om inspectiesoftware te gebruiken bij moleninspecties. Ook wordt het mogelijk om de systematiek voor bestekken (NL-Sfb en Stabu) aan te vullen met molens. Dat helpt bij het maken van goede molenbestekken. “ Lawrenc Strabbing, medewerker van Wieringa Molenbouwadvies, is opsteller van de richtlijn. Hij is het eens met de opmerkingen van Gerrit van de Pol.  Dat inspecties onderling beter vergelijkbaar worden is belangrijk, ook voor moleneigenaren en subsidiegevers. De richtlijn voor moleninspecties is "een grote stap vooruit",  zegt hij. 

Pilot
De richtlijn voor moleninspecties is opgesteld door een begeleidingscommissie met moleninspecteurs, molenadviseurs, molenmakers, RCE, Vereniging De Hollandsche Molen en ERM. De begeleidingscommissie gaat bij het opstellen van de richtlijn niet over één nacht ijs. De bruikbaarheid van de hoofdindeling is getest tijdens een proefinspectie bij de molen De Vier Winden in Westland. Judith Vermeulen, adviseur erfgoed bij Helix, begeleidt de pilot bij De Vier Winden. “In het algemeen leverde dat een bevestiging van de gemaakte keuzes op. Vooral voor minder ervaren inspecteurs zijn er diverse aanvullingen afgesproken. De inhoud van de richtlijn zoals hij er nu uitziet gaan we opnieuw testen, tijdens een tweede inspectie op dezelfde molen. Is alles compleet, zijn de teksten helder, de scores terecht? De leereffecten verwerken we in de definitieve versie van de richtlijn.”

Groeidocument
Matthijs Ero van de Vereniging De Hollandsche Molen voegt toe dat de richtlijn geen statisch geheel is. De richtlijn kan in de toekomst naar behoefte worden aangevuld. Op dit moment bevat de richtlijn het gaande werk van de meest voorkomende typen molens, namelijk korenmolens en poldermolens. De inschatting is dat dit ca 80% van de molens betreft. “Industriemolens, watermolens en pelmolens zijn nu buiten beschouwing gebleven, dat kan in later stadium worden aangevuld.” Gerard Troost onderschrijft dat. “Ook kan ik me voorstellen dat later afspraken over materiaaltechnisch onderzoek voor bijvoorbeeld roeden worden toegevoegd. De richtlijn geeft dan de onderzoeksmethode, de technische eisen dus. Daar is nu nog veel onduidelijkheid over. De vraag of en wanneer dat onderzoek wordt uitgevoerd, staat natuurlijk niet in de richtlijn, dat is aan de eigenaar. “

Reageren? Graag!
De richtlijn voor moleninspecties is een concept. De Begeleidingscommissie en het CCvD Restauratiekwaliteit zijn benieuwd naar uw mening en horen graag uw reacties. U kunt reageren tot en met 20 november 2020 door een mail met uw opmerkingen te sturen naar secretariaat@stichtingERM.nl.
Het is praktisch en duidelijk als u uw opmerkingen in deze tabel verwerkt, maar uiteraard zijn ook andere reacties van harte welkom.

Informatie over
groen erfgoed
Toezicht op
monumenten
Projectaanpak
restauratie
Richtlijnen
verduurzaming
Restauratoren
Register

Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM)
Bezoekadres: Utrechtseweg 12, Amersfoort. Postadres: Postbus 420, 2800 AK Gouda. Tel: 085 - 486 24 80