Niet toe te rekenen gebreken
De aannemer is niet aansprakelijk voor gebreken die niet aan hem zijn toe te rekenen.
Dit kan het geval zijn bij ontwerpfouten of bij fouten die ontstaan door keuzen die door de opdrachtgever zijn gemaakt.
Relevant is wel in hoeverre de aannemer had moeten weten dat het ontwerp of een bepaalde keuze zou leiden tot een eindresultaat dat niet aan de voorschriften voldoet. In diverse ERM-uitvoeringsrichtlijnen voorziet de paragraaf Opname bestaande situatie (bijvoorbeeld par 3.2.4 van URL 3001 Historische houtconstructies) in het controleren van de juistheid en volledigheid van door de opdrachtgever aangeleverde gegevens. In de diverse URL-en voor gespecialiseerde aannemers is een vergelijkbare paragraaf Opname bestaande situatie opgenomen.
Het gaat alleen om gebreken in het door de aannemer geleverde werk.
Historische gebreken (ontwerpfouten, bouwfouten, de tand des tijds) of gebreken van eerder werk (bijvoorbeeld een eerdere restauratie) vallen hier niet onder. Ook in geval van gebrekkig onderhoud aan het monument of schade door verhuizing ligt de aansprakelijkheid niet bij de aannemer, maar bij de opdrachtgever.
Bewijslast bij de aannemer
De bewijslast dat een bepaald gebrek niet aan de aannemer is toe te rekenen, ligt bij de aannemer. Wordt na oplevering een gebrek ontdekt, dan is melding van dat gebrek door de opdrachtgever aan de aannemer voldoende.
Zaken die wel bij oplevering zijn ontdekt en via een proces-verbaal van oplevering zijn afgedaan vallen buiten deze regeling; de hierover gemaakte afspraken bij oplevering blijven staan. Het is dan ook van belang bij oplevering zo goed mogelijk vast te leggen welke afspraken zijn gemaakt.