Zeeland borgt restauraties met ERM richtlijnen
Voor de restauratie van Zeeuwse kerkgebouwen, molens, stadhuizen en fabrieken stelt de Provincie Zeeland jaarlijks 1,8 miljoen euro beschikbaar. De provincie wil daarvoor de kwaliteit van de werkzaamheden geborgd zien. Zij stelt daarom eisen aan de deskundigheid van de bedrijven en hanteert daarbij de ERM richtlijnen als norm.
Heldere eisen
Luid en duidelijk staat het er, in het Algemeen Subsidiebesluit van de Provincie Zeeland: Onder ‘deskundig restauratiebedrijf [wordt verstaan]: een bedrijf dat de restauratiewerkzaamheden uitvoert volgens de in de beroepsgroep geldende kwaliteitsrichtlijnen en normen, voor zover deze zijn vastgesteld door het College van Deskundigen Restauratiekwaliteit van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg’. En even later: ‘De restauratiewerkzaamheden worden uitgevoerd volgens de in de beroepsgroep geldende normen, voor zover deze zijn vastgesteld door het College van Deskundigen Restauratiekwaliteit van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg.’
Opleidingen
‘We hechten zwaar aan de kwaliteit van het restaureren van ons cultureel erfgoed’, licht beleidsadviseur Berit Sens toe. ‘Zowel in de uitvoering als in de opleiding. Want behalve subsidies voor restauraties dragen we ook graag bij aan het opleidingsstelsel voor restauratievaklieden. Zo verstrekten we bijvoorbeeld aan het NCE een bijdrage om hier in de regio een aantal cursussen te verzorgen, om daarmee de drempel die de reistijd mogelijk zou kunnen vormen te slechten’.
Berit Sens – eigen foto
Deskundige bedrijven
De wens om in het subsidiestelsel de kwaliteit van de restauraties te borgen liep, vervolgt Sens, gelijk op met de ontwikkeling van ERM. ‘Toen er steeds meer richtlijnen kwamen, werd het voor ons makkelijker om daarnaar te verwijzen. Nu kunnen we een subsidieaanvrager verplichten (en wij helpen daarbij door te informeren en te verwijzen) om de betreffende Uitvoeringsrichtlijnen te hanteren. En we helpen door een lijst van minimaal drie deskundige restauratiebedrijven voor te leggen aan wie een offerte kan worden gevraagd. We stellen trouwens daarbij ook de eis een bewijs aan te leveren waaruit blijkt hoeveel leerling-werkplekken te behoeve van de opleiding van vakmensen in de restauratie worden gecreëerd. We vragen alleen niet om gecertificeerde bedrijven, daarvoor is het aanbod in Zeeland nu nog te klein. Het is een wens, maar dat aantal zal eerst moeten groeien’.
Inspectie door Monumentenwacht
Het beleid werkt goed, constateert Sens. ‘Zowel bij de opdrachtgever, de opdrachtnemer als de lokale overheden. Iedereen is er van doordrongen dat we zuinig en zorgvuldig om moeten gaan met ons gebouwd erfgoed. De richtlijnen van ERM zijn daarbij van grote waarde’.
Tot slot, vertelt ze, ‘laten we halverwege, en aan het eind van de restauratie, als een check altijd een technisch inspectierapport opstellen door de Monumentenwacht of een andere onafhankelijke, ter zake deskundige persoon of instantie. ’