Wim van der Maas voorzitter ERM
Wim van der Maas neemt het voorzitterschap van ERM op zich. Nu de zoektocht naar een voorzitter langer duurt, gaat de in de vakwereld bekende Van der Maas aan het roer staan. Hij heeft drie doelen: de lopende zaken, een stevig bestuur en uiteindelijk een nieuwe voorzitter.
Wim van der Maas - eigen foto
Begin dit jaar stopte Jacques Monasch als voorzitter vanwege toenemende drukte bij zijn werk. Een zoektocht naar een opvolger werd gestart, tot nu toe nog zonder resultaat. “Er zijn gesprekken gevoerd, maar we zijn met de kandidaten niet tot overeenstemming gekomen. Aan de hand daarvan hebben we als bestuur nogmaals naar de vacature gekeken, maar we zien geen reden de wensen die we daar stellen te veranderen”, zo legt Wim van der Maas uit. Voor hem is zijn ad interim rol niet met een termijn: eerst de basis op orde en als ondertussen een nieuwe voorzitter komt is dat ook mogelijk.
Van der Maas zit al ruim 10 jaar in het ERM bestuur. Tot begin dit jaar als vertegenwoordiger van de gespecialiseerde aannemers, nu neemt hij in een onafhankelijke rol het voorzitterschap over. Simon Angel zal de vrijgekomen zetel namens de gespecialiseerde aannemers gaan vervullen. Met Van der Maas als voorzitter krijgt ERM een zeer ervaren bestuurder die zijn sporen meer dan verdiende, al laatste als tijdelijke voorzitter van het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen (NCE).
Drie doelen
Van der Maas heeft zichzelf drie doelen gesteld: “Het eerste speerpunt is om het bestuur weer te complementeren in kwantitatieve vorm. Er zijn er al tijden plekken open. De belangrijkste is de zetel van de vertegenwoordiging van de gemeenten en provincies. We zijn op dit moment gesprekken aan het voeren om die plek weer in te vullen. Ik vind het belangrijk dat de zetels worden ingevuld door capabele mensen en dat de bestuursleden voortkomen uit de eigen achterban. ERM is een platform waar overheid en het veld samenkomen.”
Ook het huidige bestuur moet aan de bak. “Niets ten nadele van hoe het nu gaat, maar voor mij betekent het ook dat voor de bestuursleden de rol van ambassadeur van ERM duidelijker op het netvlies moet komen. Het veld moet niet om ERM heen kunnen. Ons bestuur bestaat uit professionele en intelligente mensen, zij moeten ERM ook naar de achterbannen uitdragen. ERM staat voor kwaliteit en om die kwaliteit te borgen, dat is de boodschap. We zullen daarvoor de agenda’s van het bestuur aanpassen.”
Van der Maas vervolgt: “Ook moeten bestuursleden beter gaan zorgen voor de eigen opvolging bij het terugtreden. Nu gaat er teveel tijd zitten in het zoeken naar goede bestuursleden. Er is de afgelopen jaren veel gewisseld en daar moet rust in komen. Dan pas kan ook een nieuwe voorzitter goed landen, vind ik. Als de boel staat. Die zoektocht naar de nieuwe voorzitter, dat is mijn tweede speerpunt.”
Derde punt zijn uiteraard de lopende zaken. “ERM zal ook de steun binnen de rijksoverheid moeten verbreden. Daarbij gaan we ook naar andere ministeries dan Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kijken, zoals Economische Zaken en Binnenlandse Zaken. Bij Economische zaken zullen we gaan kijken naar de aansluiting in de discussie rondom de energietransitie en de verduurzaming, waar de restauratiebranche ook nadrukkelijk mee te maken heeft. ERM kan dan daar een rol in vervullen. Bij Binnenlandse zaken kan ERM aansluiting zoeken bij de invoering van de nieuwe Omgevingswet en de grote herbestemmingen. “
Nieuwe fase
Wim van der Maas heeft in dat opzicht de afgelopen jaren al veel meegemaakt met de huidige positionering van ERM resulterend in de langdurige steun van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die daaruit is voortgekomen. Jacques Monasch noemde dat bij zijn vertrek een nieuwe fase voor ERM. Ook de komst van Christian Braak als nieuwe directeur speelt daarbij. Van der Maas: “Christian heeft als nieuwe directeur een vliegende start, we zijn erg blij met hem.”
Naast de drie speerpunten heeft Van der Maas ook nog wensen: “Zoals de wens dat het aantal gecertificeerde bedrijven groeit. Misschien niet per definitie in de aannemersbranche, maar meer in de hoek van gespecialiseerde bedrijven en de architecten. Dat zou ik verder toejuichen. Daarnaast is het een hardnekkig sprookje dat het werken met gecertificeerde bedrijven duurder is. Omdat vooroordeel voor eens en voor altijd uit de weg te ruimen willen we dat laten onderzoeken door het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Bovendien zal het groeien van het aantal gecertificeerde bedrijven ook een prijsdrukkend effect hebben.”
Hij vervolgt: “Als laatste wil ik snel duidelijkheid over de rol van het restauratorenregister. We moeten onderzoeken hoe we daarmee verder gaan. Dat betekent dat we in gesprek gaan hoe we de rol van het register gaan zien. Dat hoop ik binnen een paar maanden af te ronden.”