Vocht bedreigde het hout van de Molen van Nieuwvliet

De vloerbalken van de Molen van Nieuwvliet waren in zeer slechte staat, de balkkoppen in de muren waren verrot. De constructie verkeerde in zo’n bedroevende conditie dat er niet meer kon worden gemaald. ‘De situatie was om te janken’, vertelt Peter Traas, betrokken bij de restauratie.


Om de originele balken te behouden is het herstel via de buitenzijde gedaan – foto Traas Building Care

Sloopvergunning
In 1850 verving een stenen grondzeiler in het Zeeuwse Nieuwvliet de korenmolen uit 1664 en bleef tot 1958 in functie. Na enkele decennia leegstand, en ondanks een afgegeven sloopvergunning, werd de molen eind jaren zeventig van de vorige eeuw gerestaureerd en kwam later in eigendom van de Stichting Molen Nieuwvliet. Tot april 2017 was de molen veelvuldig draaiend te zien. Toen deden zich nieuwe problemen voor. Een geslaagde fondsenwerving maakte een volgende restauratie mogelijk. De stenen romp moest worden aangepakt, de roeden, de kap en de staartbalk (een oude scheepsmast) – niets kon ongemoeid worden gelaten.

Epoxy techniek
Traas Building Care deed onderzoek naar de vloerbalken waarvan de balkkoppen in de muren in zeer slechte staat bleken. ‘Omdat de romp altijd vochtig is hebben wij ervoor gekozen om deze met epoxy en glasfiberstaven te versterken’, licht directeur Peter Traas toe. ‘Wanneer balken en constructies ernstig zijn verzwakt gebruiken wij de epoxy techniek. Tijdens deze behandeling proberen we bouwhistorische elementen zoveel mogelijk te behouden. Onze doelstelling is bij deze behandeling om de oorspronkelijk draagkracht terug te brengen en indien mogelijk zelfs sterker te maken. Daarvoor maken we een zichtbekisting. De balk wordt hierbij aan de buitenkant uitgevoerd met een authentieke las en de epoxy is bekleed met hout, zodat alles er weer netjes uitziet’. De epoxy, schetst Peter Traas, wordt aan beide uiteinden van de balk, op een centimeter van de buitenwand, aangebracht. ‘Zo raak je de vochtbrug geheel kwijt. Het is een techniek die sinds een jaar of dertig, veertig met succes wordt toegepast’. ‘Klopt’, zegt Klaas Boeder, Adviseur Instandhouding Monumenten desgevraagd. ‘Het werken met gewapende epoxy staat te boek als polymeer-chemisch herstel. Het is – mits zorgvuldig uitgevoerd – een beproefde techniek sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw. De randvoorwaarden voor de toepassing staan in de URL 3001 Historische houtconstructies.’

Spinthoutkever
‘Vocht en ongedierte zijn de grootste gevaren voor monumentale houten constructies’, vervolgt Peter Traas. En hij geeft verschillende voorbeelden, onder ander van aantasting door de Spinthoutkevers. ‘Vaak wordt de schade te laat ontdekt, omdat verf of behang dit voor het oog heeft onttrokken. Meestal wordt de aantasting pas ontdekt wanneer er uitvliegopeningen aan het houtoppervlak zichtbaar worden.’
In zijn restauratiewerk maakt Peter Traas dankbaar gebruik van de URL 5001 ‘Bestrijding insecten en zwammen’. ‘Om onnodige behandeling met giftige stoffen te voorkomen, wordt gewerkt met een vast stappenplan voor preventie en bestrijding. Want met dit soort richtlijnen weet de opdrachtgever dat met een restauratie het monument weer voor lange tijd is geborgd.’

Informatie over
groen erfgoed
Toezicht op
monumenten
Projectaanpak
restauratie
Richtlijnen
verduurzaming
Restauratoren
Register

Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM)
Bezoekadres: Utrechtseweg 12, Amersfoort. Postadres: Postbus 420, 2800 AK Gouda. Tel: 085 - 486 24 80