Richtlijn voor glas-in-lood wordt breder en completer
De Uitvoeringsrichtlijn 4002 voor Glas-in-lood-panelen wordt vernieuwd. ‘De richtlijn geeft meer nog dan de vorige versie aandacht voor toepassingen in bijvoorbeeld woonhuizen, wijst nadrukkelijker op historisch onderzoek en is toegankelijker opgesteld’, licht Janneke van der Stok, betrokken bij de opstelling en werkzaam bij de RCE, toe.
Janneke van der Stok – eigen foto
Religieuze en kunstzinnige uitingen
De geschiedenis van glas-in-lood gaat ver terug, tot het Romeinse Rijk. Aanvankelijk als oplossing wanneer een raam uit één stuk glas niet te maken viel. In de Middeleeuwen werd de toepassing breder en werd glas-in-lood ook gebruikt voor kunstzinnige uitvoeringen, met vaak heel kleurrijke voorstellingen. Het hoogtepunt in populariteit bereikte deze kunstvorm tussen 1150 en 1500. Vooral in kerken werd glas-in-lood graag toegepast waar het zicht van binnen op de ramen door het invallende licht het kunstzinnige, maar vooral religieuze karakter goed doet uitkomen. Behalve kerken zijn glaspanelen-in-lood ook te vinden in woonhuizen, kantoren, fabrieken etc.. Bij die toepassingen betreft het bijvoorbeeld bovenlichten van deuren, trappenhuizen, toegangspuien etc.
Te complex
‘Aanvankelijk was het de bedoeling om de URL 4002 niet alleen te vernieuwen qua werkzaamheden en toepassingsgebied, maar ook op het vlak van de verduurzaming van allerlei typen vensters’, aldus Janneke van der Stok, lid van de Begeleidingscommissie. ‘Maar dit bleek praktisch te complex en dreigde naar een – ook in omvang – niet meer te hanteren richtlijn. Daarom komt er naast deze vernieuwde versie een aparte richtlijn (URL 4015 Vensters) voor de verduurzamingsmogelijkheden van vensters. Vanuit URL 4002 wordt verwezen naar de URL 4002 glas-in-lood panelen’. Een van de andere aanpassingen in de nieuwe versie van de richtlijn betreft de beschrijving van het bevestigen van panelen. ‘Deze beschrijving is uitgebreid van alleen natuursteen naar bijvoorbeeld ook houten sponningen’, zegt Van der Stok. ‘Verder is de richtlijn veel completer gemaakt dan de voorganger. Er is vastgelegd wanneer wel of niet een rapportage moet worden opgesteld, er is een verhandeling opgesteld over het wel of niet patineren van lood, over het gebruik van voorzetramen etc.. Allemaal aandachtsvelden die in een dialoog met de praktijk zijn opgesteld’.
Goed toepasbaar
‘De RCE hecht zeer aan dit soort goed toepasbare uitvoeringsrichtlijnen’, vervolgt Van der Stok. ‘Zij bieden handvatten bij tal van te maken keuzes. Juist ook omdat zij ruimte bieden voor maatwerk. En met alle aanwezige informatie in de richtlijnen is een gesprek over bijvoorbeeld de te maken restauratiekeuzes, tussen opdrachtgever, opdrachtnemer en de overheid veel beter te voeren’.
En passant noemt Van der Stok het tekort aan glazeniers ‘zeer zorgelijk. Natuurlijk is het een niche, glas-in-lood, maar wel een heel belangrijke en zeer beeldbepalende. Het restaureren ervan kun je echt niet overlaten aan glaszetters, dat zijn geen restauratoren, zij hebben meestal niet die kennis die voor dit vakgebied essentieel is. Gelukkig is er nu net weer een opleiding gestart, dus ik hoop dat de instroom van vakmensen weer een beetje op gang gaat komen’.
Schrijnend tekort aan glazeniers – foto Esther Wieringa
Reageren? Graag!
De wijziging van de richtlijn voor Glas-in-lood-panelen is een concept. De begeleidingscommissie en het CCvD Restauratiekwaliteit zijn benieuwd naar uw mening en horen graag uw reacties. Kijk hier voor meer informatie.