Na steen krijgt ook hout een plek in de Schadeatlas
De MDCS Schadeatlas voor steenachtige materialen krijgt een uitbreiding waarin ook de schadebeelden van hout worden opgenomen. Het is een waardevolle toevoeging aan de atlas die overigens ook internationaal in gebruik is. We spreken Rob van Hees, die van het begin af aan betrokken is.
De MDCS (Diagnose en Conservering Systeem) Schadeatlas is te vinden via de website Monumentenkennis.nl, een bijzondere website die pas sinds dit jaar onder de vleugels van ERM is gebracht. Prof. em. Rob van Hees van R-Kwadraat MonumentenAdvies en ook voorzitter van ERM’s Centraal College van Deskundigen Restauratiekwaliteit, legt uit: “De website Monumentenkennis.nl is ooit begonnen als een samenwerking tussen TNO, TU Delft en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Onderdeel van die website was de Schadeatlas ontwikkeld door TNO. Deze partijen gaven enige tijd geleden aan dat zij, MDCS niet meer als hun kerntaak zien. Daarop werd een nieuwe beheerder met nog meer relatie met de uitvoerende praktijk gezocht en is besloten de zorg in handen van ERM te leggen. Gezien het werk van ERM en de relatie met URL-en een logische keuze.”
Schadebeelden aan baksteen - foto: Schadeatlas
De Schadeatlas is een belangrijke pijler van Monumentenkennis.nl en biedt een beeld van alle soorten schade die aan metselwerk, natuursteen, voeg- en pleisterwerk en beton kunnen ontstaan. “De atlas bevat naast foto’s van schadebeelden, ook de schadedefinitie en de mogelijke oorzaak en is zowel bedoeld voor particulieren als bedrijven en inspecteurs. Naast een correcte identificatie van de schade, is de atlas bedoeld om het gebruik van een gemeenschappelijke taal te bevorderen. Sommige schadebeelden hebben meer dan één mogelijke oorzaak. Dan is het in het algemeen nodig om verder onderzoek te doen. Het is voor opdrachtgever en opdrachtnemer goed om aanwezige schade vooraf te onderzoeken, zodat een gesprek kan worden aangegaan over het vervolg. Daarmee worden verkeerde interventies voorkomen en kan een onderliggend probleem vroegtijdig worden opgespoord”, aldus Van Hees.
Actueel met de Wkb
Rob van Hees vindt dat ook een zeer actueel onderwerp met de invoering van de Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). “Kort gezegd komt er meer verantwoordelijkheid bij de bouwbedrijven te liggen. En het vroegtijdig en goed beoordelen van schade kan helpen in het goed informeren van de klant en ook bij het aannemen van een klus en het schrijven van een bestek. De diagnose is heel belangrijk. Het helpt als je dezelfde taal spreekt, ook als het over schade gaat. Voor het vervangen van beschadigd voegwerk is het van belang te weten of er sprake van bijvoorbeeld ‘afzanden’ of om als een geheel ‘uitgedrukt voegwerk’, omdat de achterliggende oorzaak totaal anders kan zijn.
De atlas helpt bij het eenduidig benoemen van het schadebeeld en de oorzaak en daarmee met het kiezen van de juiste restauratieaanpak.”
Informatiesheet over schade aan het voegwerk bij natuursteen - foto: Schadeatlas
Internationaal
De Schadeatlas werd door Van Hees actief gebruikt bij zijn colleges aan de TU Delft, en hij zet hem nog steeds in bij post-master-cursussen die hij geeft in samenwerking met de KU Leuven. “De atlas is tweetalig, dus ook volledig in het Engels beschikbaar. Hij wordt dan ook internationaal gebruikt.” Zo wordt de Schadeatlas ook genoemd in recente publicaties van RILEM, een autoriteit op dit gebied.
Nieuwe loot aan de stam wordt zoals genoemd de toevoeging van houtschade aan de atlas. “Een enorme mooie uitdaging. Hout is toch weer anders en heel divers. Zo kan hout bijvoorbeeld worden aangetast door schimmels of insecten, wat weer op zichzelf een bijzonder schadebeeld veroorzaakt. Ik ben er zelf niet direct bij betrokken, maar de wens voor deze uitbreiding was er al langer. TU Delft zal invulling aan dit deel van de Schadeatlas gaan geven, samen met onder andere Monumentenwacht en andere partijen. Eerst zal men het in breed opgezette workshops (en terugkoppeling met de gebruikspraktijk) eens moeten worden over de juiste definities en terminologie, voordat dit nieuwe onderdeel daadwerkelijk aan de software kan worden toegevoegd. Is het eenmaal zover, dan kan de uitbreiding waarschijnlijk snel worden gerealiseerd”