Kabinet wil verder met Wet kwaliteitsborging bouwen
Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) wil snel duidelijkheid scheppen over de voortgang van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Tijdens het maandelijks Algemeen Overleg Bouw op 22 februari jongstleden zegde de minister toe op korte termijn een brief aan de Eerste Kamer te sturen. De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen strandde vorig jaar in de senaat. Die vond dat het wetsvoorstel te veel op twee gedachten hinkte. Sindsdien is onduidelijk of de wet überhaupt ooit nog het licht zou zien.
Twijfels wegnemen
Met haar brief aan de Eerste Kamer streeft Ollongren ernaar de daar levende twijfels over de Wkb weg te nemen. In de kern is dat de rolverdeling private partijen en gemeente (waar is de gemeente nog wel aan zet, met name als het toch mis blijkt te gaan en bij de resterende gemeentelijke taken) en de aansprakelijkheid van aannemers, in relatie tot particulieren en in relatie tot professionele opdrachtgevers.
In het eerste aandachtspunt zit ook de positie van monumenten verscholen. Het toezicht op het omgaan met monumentale waarden bij werkzaamheden aan monumenten blijft immers een gemeentelijke taak. Dan ligt de vraag op tafel hoe de gemeenten adequaat geïnformeerd worden bij de start, uitvoering en afronding van werkzaamheden, die deels onder het Bouwbesluit (privaat toezicht) en deels onder de Omgevingsvergunning/Erfgoedwet (gemeentelijk toezicht) vallen. Dit geldt met name als er tijdens de werkzaamheden onverwachte zaken optreden. De invulling van de gemeentelijke informatiepositie moet plaatsvinden in het Besluit Kwaliteitsborging dat bij de Wkb hoort.
Pilots
Het ministerie van BZK en de gemeenten hebben afgesproken dat drie pilots wordt uitgevoerd om ervaring op te doen met de relatie tussen monumentenzorg en het privaat toezicht op het Bouwbesluit. De gemeenten zullen pas met de pilots starten nadat de Eerste Kamer de wet heeft aanvaard.