ERM-richtlijnen zijn belangrijke spiegel bij restauratie Domtoren
Bij het grondig restaureren van misschien wel het belangrijkste monument van Nederland komt een hele rij ERM-richtlijnen voorbij. Het zijn handvatten in alle vragen die spelen rondom de grondige restauratie van de Domtoren in Utrecht. “De richtlijnen zijn een reflectie op ons eigen werk.”
Aan het woord zijn Karlijn de Wild van Rothuizen Architecten, restauratiearchitect bij de restauratie van de Domtoren en secretaris in het bestuur van Vereniging Architecten werkzaam in de Restauratie (VAWR) en Ralph Backer van de Antea Group, ingehuurd als gemeentelijk projectleider. De gemeente Utrecht is als eigenaar van de 700 jaar oude Domtoren de opdrachtgever van de broodnodige opknapbeurt.
“Een proces dat jaren en jaren voorbereiding heeft gekost. Zelf ben ik vanaf 2018 betrokken”, zo vertelt Ralph vanuit het gemeentelijk perspectief. Karlijn: “Ik ben vanaf 2017 betrokken en sinds kort de architect, een geweldig mooie uitdaging”, zo vertelt ze trots.
Ralph Backer en Karlijn de Wild vertellen over het werk met de ERM-richtlijnen - foto: ERM
Jaren in de steigers
De grote restauratie van de Domtoren ging in 2019 zichtbaar van start voor de Utrechters. De kerktoren is ingepakt in steigers en moet daar in 2024 weer uit tevoorschijn komen. Op het moment van schrijven loopt de restauratie zelfs voor op de planning. “We gaan binnenkort beginnen met het langzaam afbouwen van de steigers rondom de Domtoren. Na de restauratie moet hij er weer minimaal 50 jaar klaar voor zijn”, aldus Ralph. Inhoudelijk zijn Erfgoed Utrecht en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed nauw betrokken.
Dat het werk voorloopt op de planning en binnen de geraamde kosten blijft is volgens Karlijn en Ralph te danken aan het nauwkeurige plan dat aan de restauratie ten grondslag ligt. “Er is heel veel kennisdeling met België, Frankrijk en West-Duitsland over de grootschalige restauraties van vergelijkbare natuurstenen kathedralen, we hebben contact met tal van experts. Daarnaast hebben we vanaf het begin een aantal fundamentele beslissingen genomen over het proces. Vanuit de gemeente was het een eis dat het werk door ERM-gecertificeerde bedrijven zou worden gedaan. Die hebben we bovendien vanaf het begin ook direct betrokken”, zo vertelt Ralph.
Karlijn: “Zo zijn we begonnen met een onderzoeks-steiger rondom de lantaarn in 2017-2018. Daarnaast hebben we de andere moeilijk bereikbare delen van de toren onderzocht met een kraanbak om zo een goede inschatting te maken van de staat van de natuurstenen delen in de toren. Zo konden we vooraf al een op hoofdlijnen keuzes en beslissingen nemen. Daarna is de Domtoren volledig in de steigers gezet, niet om meteen te beginnen met de uitvoering, maar om nauwkeurig met alle betrokkenen de hele staat van de toren en tot op detailniveau te bekijken en overleggen hoe het restauratieplan vorm moest krijgen. De steiger stond daarmee al anderhalf jaar voordat het echte werk van start ging.”
Ralph: “Dat heeft ons geweldig geholpen met het maken van de juiste inschattingen. Ik durf wel te zeggen dat de tijd die we vooraf hebben genomen, nu in dit deel van het traject makkelijk wordt ingehaald.”
Binnen in de steiger wordt hard gewerkt aan de restauratie van de Domtoren - foto: ERM
Ethiek, esthetiek en bouwhistorie
Een van de zaken die in dat voortraject is gedaan, is het maken van ethische, esthetische en bouwhistorische beslissingen. Karlijn: “Een voorbeeld: de halfpinakels in de lantaarn zijn grotendeels middeleeuws en sommigen onderdelen daarvan waren in slechte staat. Wat kunnen we doen? Als we nog vijftig jaar willen garanderen dat zij behouden blijven moeten er maatregelen genomen worden. We hebben onderzocht om ze te consolideren of te verlijmen, maar dat ging niet. Bleef over de keuze van vervanging of ze te laten staan en netten eromheen te plaatsen zodat als ze zouden vallen, het geen gevaar oplevert. Na veel overleg hebben we besloten alleen de slechte onderdelen in de pinakels te vervangen. Gedeeltelijk worden ze, waar dat mogelijk is, geconsolideerd of ingeboet”
Het zijn vraagstukken die zweven tussen de visievorming enerzijds en de uitvoering op de steiger anderzijds. “We hebben daarom besloten nog een document te maken waarin dit allemaal staat beschreven. In stappenplannen en matrices, wat ergens tussen een restauratievisie en een bestek in staat. Het geeft een antwoord op al die vragen die we in het voortraject konden doorspreken. We zetten dat document heel gericht tijdens de uitvoering in en sturen de beschreven werkmethoden bij als voortschrijdend inzicht op de steigers dat van ons vraagt.”
De steiger rijst indrukwekkend omhoog van de bouwplaats - foto: ERM
ERM
“Allemaal natuurlijk conform de ERM-richtlijnen, waarbij de restauratieladder wordt gebruikt”, zo vertelt Ralph. Hij wordt aangevuld door Karlijn: “Welke ERM-richtlijn gebruiken we niet? De richtlijnen voor natuursteen, metselwerk, voegwerk, aannemer/bouwbedrijf, leidak, metalen dakbedekkingen, bouwhistorisch onderzoek, restauratie-architectenbureau, ga zo maar door. We optimaliseren / pionieren hier in dit enorme project. Dit komt niet vaak voor op deze schaal.”
“Daarbij doen we ervaringen op die mogelijk ook voor anderen in de toekomst van toepassing kunnen zijn. Ik denk daarbij aan het document wat wij tussen een restauratievisie en bestek gebruiken. Het is voor grote restauraties erg handig. Het vormt een schakel tussen theorie en praktijk. Wellicht dat we dat meenemen in de gesprekken als er weer over de richtlijnen wordt gesproken. Hier merken we vooral: de richtlijnen zijn een reflectie op ons eigen werk.”
Bijzonder om te noemen is dat al het afgekomen natuursteen wordt hergebruikt, 600 kuub in totaal. Daardoor zijn er bijna geen stromen van bouwafval: de mooiste en belangrijkste stukken gaan naar depots, andere stukken zijn verkocht ten behoeve van de restauratie en zelfs van het gruis worden nieuwe bakstenen voor Utrechtse woningbouwprojecten gemaakt.
Binnenkort wordt langzaam begonnen met de afbouw van de steiger rondom de Domtoren - foto: ERM