Gecertificeerd architect en adviseur aan het woord: 'Een audit scherpt je'
‘Waar ik nog het meeste plezier van beleef is de professionele spiegel die ons door de auditor wordt voorgehouden’, vertelt restauratiearchitect Laurijs Weyts. ‘Inderdaad’, valt Daan Holtzer, zelfstandig bouw- en restauratieadviseur, hem bij. ‘Het is een indirect voordeel van certificering, je krijgt een doorlichting van je bedrijfsvoering en een daarop gebaseerde bedrijfsadvisering’. Weyts en Holtzer kozen voor certificering om hun opdrachtgevers de zekerheid van vakwerk en uniforme kwaliteit te bieden. De daarvoor gemaakte kosten beschouwen zij als onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering.
Daan Holtzer en Laurijs Weyts - eigen foto’s
Profilering van specialisme
‘Met een certificaat tonen wij zwart-op-wit aan dat wij werken volgens de algemeen erkende richtlijnen voor restauratiekwaliteit in de monumentenzorg’ stellen Laurijs Weyts van Weyts Architecten en zelfstandig bouw- en restauratieadviseur Daan Holtzer. Weyts Architecten is gecertificeerd conform de Gezamenlijke Erkenningsregeling van Architecten werkzaam in de Restauratie (GEAR). Holtzer was jaren geleden de eerste zzp-er die zich liet certificeren overeenkomstig de Erkenningsregeling Monumenten Adviesbureaus (BRL ERM 2000).
Beiden kozen er voor hun restauratiespecialisme te profileren. ‘Dat werkt, zeker richting overheden. Wat we er onverwacht bijkregen is een scherpere blik op onze sterke en zwakke kanten’, vertelt Weyts. Holtzer vult aan: ‘Als kleine zelfstandige kom je minder snel toe aan het beantwoorden van de vraag: “hoe onderneem ik?” Die vraag wordt beantwoord tijdens de regelmatige audits. Het zijn de vreemde ogen die jouw kennis en kunde tegen het licht houden, die analyseren hoe jij werkt, en die aangeven wat beter zou kunnen. Het is een indirect voordeel van certificering’.
Makkelijke samenwerking
Weyts Architecten bestaat sinds 1936 en is vanaf 1972 gespecialiseerd in restauratiewerken, renovatie en verbouwingen in historische context. In 2013 is het kleine bureau gecertificeerd als restauratiearchitect. ‘Daarnaast werden we lid van de groep restauratiearchitecten verenigd in de VAWR’, aldus Laurijs Weyts. ‘Wat daarbij prettig is, is het makkelijke contact wat je onderling kunt leggen. Je wisselt laagdrempelig ervaringen uit’.
Ook Holtzer noemt als voordeel ‘dat je als gecertificeerd monumentenadviseur makkelijker kunt aansluiten bij gecertificeerde ketenpartners. Er is veel geregeld en vastgelegd, wat de onderlinge samenwerking ten goede komt’. Een belangrijke bijkomstigheid voor Holtzer is dat hij ‘als lid van de Vereniging Adviesbureaus Monumenten (VAM) deel uitmaakt van een stevig netwerk. Opdrachtgevers waarderen dat. De leden binnen de VAM beloven elkaar op te vangen, wanneer je door wat voor omstandigheden zou wegvallen. Dat garandeert de opdrachtgevers dat zij niet plotsklaps zonder adviseur komen te zitten’.
Een ondernemer maakt kosten
Certificeren kost geld. Is dat wel te dragen door een klein bureau of ZZP-er? Daan Holtzer: ‘Natuurlijk zijn er kosten, zoals je ook kosten hebt voor verzekering, technische apparatuur, verzekeringen, abonnementen op vakbladen en al die andere zaken die bij het ondernemerschap horen’. En Laureys Weyts stelt: ‘De initiële kosten waren best fors, zo’n € 3.000 herinner ik mij. Maar ja, dat betaal je bijvoorbeeld ook voor een softwarepakket met licentie. Nu kost de certificering ons omgeslagen zo’n 700 tot 1000 euro per jaar. Dat valt best mee, het zijn bovendien vaste, aftrekbare bedrijfslasten. En voor dat certificaat krijgen wij veel terug. Externe uitstraling allereerst, we kunnen ons aan opdrachtgevers presenteren als een vakbekwaam en zorgvuldig werkend bureau. Zeker de overheden, ongeveer de helft van onze opdrachtgevers, hechten daaraan. Maar we krijgen er ook intern veel voor terug. De vragen van de auditor zijn voor onze bedrijfsvoering van grote waarde. Zaken waaraan wij door de waan van de dag vaak zelf niet aan toekomen, komen tijdens de auditing plotseling op tafel te liggen. Zo heeft een vraag naar een klanttevredenheidsonderzoek, waaraan we zelf nooit hadden gedacht, ons heel veel positiefs opgeleverd, waarmee we ook naar buiten kunnen treden’.
Professionele aanpak
Weyts benadrukt hoe professioneel een audit verloopt. ‘Je krijgt te maken met iemand die zeer ter zake kundig jouw bedrijf doorlicht. Die door je bestekken loopt, je wijst op zaken waaraan je (te) weinig, of juist teveel aandacht schenkt’. En wat Weyts waardeert is het procesmatige, het groeimodel van certificering. ‘Je hoeft niet in een keer alle papieren en dergelijke op tafel te leggen. Het is een soepel proces’.
Voor Holtzer is het ook belangrijk ‘dat gekeken naar je eigen bij- en nascholing en naar de wijze waarop je jouw vakkennis overdraagt aan een volgende generatie. Dat zijn zaken die bijdragen aan het op hoog kwaliteitsniveau houden van onze monumentenzorg. Meer en meer merk ik dat opdrachtgevers, zowel overheden als particulieren, waarde hechten aan certificering. Ze weten dat jouw kennis en kunde goed is vastgelegd. Dat je dankzij de certificering inzicht hebt gekregen in wat je wel, en wat je niet kunt. Een bescherming voor de opdrachtgever, maar ook voor jezelf,’ besluit hij.