‘Richtlijnen zijn zeer nuttig, ook voor het voeren van een gesprek’
‘Reden voor ons om ons te laten certificeren is het laten beoordelen van het werk wat we met passie doen; het goed onderhouden van monumentale gebouwen. Met de certificering heeft een onafhankelijke auditor ons werk van planvorming tot begeleiding van restauratiewerken kunnen beoordelen en heeft deze ons werk als goed beoordeeld. En daar zijn we als team trots op’, aldus bouwkundig adviseur en molenaar Anne Wieringa.
Tachtig molens
Anne Wieringa volgt het wel en wee van een kleine tachtig molens in noordoost Nederland. ‘Dat begon in 2007 met een paar, maar vermeerderde zich snel. Waarna een kerktoren, een school en andere bouwwerken erbij kwamen, en zo groeide de collectie’. Hij verzorgt nu onder andere onderhoudsplannen, bouwtekeningen, cultuurhistorische verkenningen, vergunningen en subsidieaanvragen. En dat in een pand wat onder zijn leiding is verduurzaamd en gerestaureerd. Het voormalig raadhuis in Winsum. Ontworpen door architect Adrianus van Wissen in 1906.
Het voormalige en inmiddels verduurzaamde raadhuis in Winsum – foto Wieringa
Aardbevingsproblematiek
En de vragen aan zijn bureau nemen alleen nog maar toe. Veroorzaakt ook door de aardbevingsproblematiek in de regio. Zo heeft hij onderzoek verricht naar de aardbevingsbestendigheid bij molens in Groningen. Daarvoor zijn bij vier molens van het Groninger Landschap en de Groninger Poldermolens trilsensoren geplaatst. Die meten de trillingen bij een stilstaande, niet in bedrijf zijnde molen en trillingen die ontstaan door een draaiende molen. De intensiteit van de trillingen worden vergeleken met die van trillingen bij een aardbeving. Daarmee kan worden bepaald of de molen aardbevingsbestendig is. ‘Zijn die trillingen door een aardbeving zwaarder dan die van de eigen bewegingen van de molen? Dan brengen we de constructie van de molen in kaart en onderzoeken we welke gevolgen een aardbeving kan hebben op die constructie. Met andere woorden, is de molen veilig genoeg of niet. Als hij niet veilig genoeg is kijken we welke versterkingsmaatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat de molen wel veilig wordt. Deze onderzoeken hebben we afgelopen jaar uitgevoerd met de bedoeling hieraan samen met een constructeur in de komende jaren verder mee te werken en de molens in het Groninger land veilig te houden’.
Werktuigen
‘Molens zijn monumenten, zij vertegenwoordigen ons cultureel erfgoed. Het zijn ook instrumenten, die hoor je in ontwikkeling te houden, steeds te moderniseren, te blijven innoveren, zoals dat eeuwenlang is gedaan. Het zijn werktuigen die je bij hun tijd moet houden. De onderdelen zijn onderhoudsgevoelig, die regelmatig moeten worden vervangen. Als het kan door ze opnieuw te maken zoals ze waren. Dat vind ik het uitgangsprincipe. Dus lagen er eikenhouten balken, dan moeten die bij voorkeur weer door nieuwe eikenhouten balken worden vervangen. Maar wat ik om mij heen zie, is dat er soms gegrepen wordt naar moderne planken, denk aan de steigers van hedendaagse jachthavens. Daar word ik niet vrolijk van. Een paar jaar geleden werd mij door een molenaar gevraagd, “kunnen we die houten planken op de stelling, (omloop van de molen) niet vervangen door kunststof, door composiet?” Ik zei (met een glimlach): “dan kan die molen ook van de monumentenlijst af”.
Werk aan een molen – foto Wieringa
Gespreksstof
‘Op dat soort momenten helpt het dat er ERM Uitvoeringsrichtlijnen zijn. Reden ook waarom wij ons hebben laten certificeren. Al is een URL, en zeker ook de Restauratieladder, in de praktijk ook wel eens aanleiding voor discussies. Een voorbeeld: we hebben een molen waar de roeden moeten worden vervangen. De oude roeden waren korter dan de originele roeden. Dus de nieuwe roeden willen we langer maken, het gevlucht verlengen en zo het origineel herstellen. Is dat volgens de Restauratieladder 3B, Imiteren, of is dat 3C Verbeteren, omdat we teruggaan naar de oude lengtes. En wat gebeurt er dan? De voorzoom wordt langer en er komt een hekstok bij – dus de verdeling van het houtwerk wordt anders. Dus pas ik het monument aan. Met de Restauratieladder, en dat heb ik met mijn auditor besproken, heb ik dat kunnen motiveren. En let op: de achterliggende reden was ook dat deze molen zijn eigen energie opwekt, de stroomvoorziening van de molen zelf, niet door een generator, waarvoor een zo goed mogelijk gevlucht nodig is. Het werktuig blijft zo optimaal in functie.’
Anne Wieringa - foto ERM