FAQ

Uitvoering van werken bij monumentenzorg

Kan een opdrachtgever zelf beoordelen of een bouwbedrijf de juiste voeg en voegmortel toepast?

Voor het samenstellen van de voegmortel wordt meestal vertrouwd op de ervaring en het vakmanschap en van de voeger of metselaar. Om teleurstellingen of schades achter af te voorkomen is het goed om in overleg met de vakman samen de voegvorm, voegkleur en zelfs het recept voor de voeg gezamenlijk vast te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de uitvoeringsrichtlijn historisch voegwerk (URL 4006). In deze URL wordt stap voor stap uitgelegd hoe slechte voegen moeten worden verwijderd en de nieuwe voegen moeten worden aangebracht. Ook wordt geadviseerd vooraf eerst een aantal verschillende voegmonsters op te zetten, voor bepaling van kleur en voegvorm of type. Zelfs is het met behulp van de (URL 4006) mogelijk om, op relatief eenvoudige wijze, het voegrecept samen te stellen. Aan de hand van de tabellen 1 t/m 3, zijn na bepaling van het type toegepaste baksteen (tabel 3) en de blootstelling van de gevel aan weersinvloeden (tabel 2) de mortelsamenstelling te bepalen (tabel 1).

De schilder zegt dat eerst alle oude verflagen van de kozijnen verwijderd moeten worden?

Bij beschermde monumenten zijn de oude verflagen ook beschermd, zij vertellen immers het verhaal over historisch kleurgebruik en toegepaste materialen. Om dat verhaal te behouden is het noodzakelijk om het historische schilderwerk niet zomaar te verwijderen. Er zijn echter aanleidingen om de oude verflagen wel te verwijderen, dit heeft vooral te maken met niet goed hechtende lagen en/of het vochtgehalte van het hout. Wanneer het vochtgehalte in de houten onderdelen dusdanig hoog is dat er gevreesd moet worden voor, of zelfs al sprake is van aantasting door houtrot, kan men overwegen de verflagen te verwijderen. Op deze wijze kan het hout weer drogen, waarbij wel moet worden vastgesteld wat de oorzaak van deze vochtophoping is. Vaak is er sprake van een gebrekkige kwaliteit van het schilderwerk aan de binnenzijde van de kozijnen. Met name in de winter zal er vochttransport van binnen naar buiten optreden. Bij gebrekkig binnenschilderwerk zal het vochtgehalte in het hout toenemen wanneer er geen goed afsluitende (dikkere en dus dampremmende) verflaag aan de binnenzijde aanwezig is.
Advies is dus; zorg ervoor dat zowel het buiten- als het binnenschilderwerk van de kozijnen in goede staat van onderhoud zijn, zodat de historische lagen niet verwijderd hoeven te worden. Voor meer informatie zie de uitvoeringsrichtlijn historisch schilderwerk (URL 4009).

Hoe kan ik controleren of de onderaannemers van mijn hoofdaannemer over voldoende kennis en ervaring beschikken?

Voor het onderhouden of restaureren van monumenten wordt aanbevolen om een bedrijf te selecteren dat beschikt over het ERM-certificaat; (hoofd)aannemers voor de BRL 3000 ‘Erkend Restauratie Bouwbedrijf’ (ERB) of gespecialiseerde aannemers voor de BRL 4000 ‘Onderhoud en restauratie van monumenten’. Aan te bevelen is om voor aanvang van uitvoering van de werkzaamheden, de hoofdaannemer een lijst te laten overleggen van de onderaannemers of deze gezamenlijk op te stellen.

Aanbesteden bij monumentenzorg

Kan een eigenaar van een aannemer eisen dat hij bij de restauratie aan een ERM-richtlijn voldoet?

Bij een aanbesteding kan een opdrachtgever gebruik maken van ERM-kwaliteitsrichtlijnen. Onderscheid wordt gemaakt tussen overheden en marktpartijen. Een aanbestedende (overheids)dienst moet in de aanbestedingsdocumenten gedetailleerd aangeven welke eisen c.q. criteria, die ten grondslag liggen aan een keurmerk, van toepassing zijn. De aanbestedende dienst kan voor de technische specificaties verwijzen naar een (openbaar toegankelijke) uitvoeringsrichtlijn. Van het certificaat (keurmerk) zelf kan alleen gebruik worden gemaakt als bewijsmiddel dat aan de gestelde eisen wordt voldaan, waarbij ook ieder ander passend bewijsmiddel moet worden geaccepteerd. Een aanbestedende marktpartij kan volstaan met het eisen van een certificaat. Wees echter bedacht op uitzonderingen (bijvoorbeeld eisen aan de aanbesteding in de subsidievoorwaarden). Klik hier voor meer informatie.

Hoe kan bij een aanbesteding een deskundig bedrijf worden geselecteerd?

Het stellen van geschiktheidseisen is bij uitstek een middel om een deskundig bedrijf te selecteren. Hoewel het niet verplicht is om geschiktheidseisen te stellen, is dat gezien de bij monumentenzorg benodigde kennis en ervaring aan te bevelen. ERM heeft de normen voor de geschiktheid van een bedrijf in de monumentenzorg uitgewerkt in beoordelingsrichtlijnen voor architecten, adviseurs, aannemers en hoveniers. De aanbestedende dienst kan zich baseren op die richtlijn en waar nodig (als de opdracht dat vereist) verder detailleren. Klik hier (paragraaf 3.1 van de brochure) voor meer informatie.

Kan bij een aanbesteding geëist worden dat de opdracht wordt uitgevoerd door personeel dat specifiek omschreven kennis (diploma) of ervaring bezit?

Een aanbestedende dienst mag in de aanbestedingsdocumenten eisen stellen aan kennis en ervaring van het personeel en van het bedrijf. De kennis en ervaring zijn uitgeschreven in de ERM-uitvoeringsrichtlijnen. De aanbestedende dienst kan zich dus baseren op die richtlijnen. Klik hier (paragraaf 3.2 van de brochure) voor meer informatie.

Kan bij een aanbesteding geëist worden dat de opdracht wordt uitgevoerd door een bedrijf met een ERM-certificaat?

Onderscheid wordt gemaakt tussen een aanbesteding boven en onder de Europese drempel. Bij een aanbesteding onder de Europese drempel mag een certificaat geëist worden. In de Aanbestedingswet 2012 staat dat je op objectieve criteria ondernemers moet selecteren voor enkelvoudig en meervoudig onderhands aanbesteden. Het hebben van een certificaat is een dergelijk objectief criterium. Bij aanbestedingen boven de Europese drempel mag een ERM-certificaat wel als bewijs dienen, maar niet geëist worden. De aanbestedende dienst moet de inhoudelijke eisen in de aanbestedingsdocumenten specificeren. Hij mag wel een ERM-certificaat aanvaarden als bewijs. Een aanbestedende dienst die de kennis en ervaring van gecertificeerde ondernemingen voor zijn opdracht wenst kan de essentiële kenmerken van de betreffende ERM-beoordelingsrichtlijn in de aanbestedingsdocumenten vermelden. Hij kan tevens aangeven dat de inschrijver aan de eisen voldoet als hij beschikt over een ERM-certificaat volgens die beoordelingsrichtlijn. Klik hier (paragraaf 3.2 van de brochure) voor meer informatie.

Beschermde status, onderhoudsplicht, verwaarlozing

Kan een eigenaar van een rijksmonument verplicht worden tot onderhoud?

Een eigenaar kan op grond van de Erfgoedwet verplicht worden zijn rijksmonument te onderhouden. Dat is mogelijk bij verwaarlozing waardoor de instandhouding van het monument in gevaar komt. Het gaat daarbij zowel om het passief als actief verwaarlozen. De Minister noemde bij de behandeling van de Erfgoedwet als voorbeeld van passief verwaarlozen het niet wind- en waterdicht houden van een monument. Achterstallig schilderwerk waardoor schade aan het monument ontstaat kan ook als passieve verwaarlozing worden gezien. Voorbeelden van actief verwaarlozen zijn het bewust open laten van ramen en deuren of het slopen zonder vergunning. Roerende zaken vallen niet onder de onderhoudsplicht, maar interieuronderdelen zoals een schouw of een stucplafond, wel. De onderhoudsplicht geldt ook voor structuurbepalende groenelementen van een monument. Klik hier voor meer informatie.

Geldt de onderhoudsplicht ook voor gemeentelijke of provinciale monumenten?

De onderhoudsplicht in de Erfgoedwet geldt in ieder geval voor alle rijksmonumenten. Vaak is zo’n onderhoudsplicht ook van toepassing op gemeentelijke of provinciale monumenten:

  • Provinciale monumenten: Drenthe en Noord-Holland hebben een vergelijkbare onderhoudsplicht in hun verordening opgenomen waardoor die verplichting ook voor de door hen aangewezen monumenten geldt.
  • Gemeentelijke monumenten: De onderhoudsplicht kan ook gelden voor gemeentelijke monumenten als de gemeente in haar Erfgoedverordening die bepaling heeft opgenomen. Vaak is de verordening vastgesteld op basis van de modelverordening van de VNG. In die model-erfgoedverordening staat een verbod om ‘een gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen, of daaraan onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding noodzakelijk is’.

Wat valt onder de beschermde status van een monument?

Wat precies onder de bescherming van een beschermd monument valt is maatwerk. Een actuele “waardenstelling” is daarbij belangrijk. Sinds de inwerkingtreding van de Erfgoedwet bevat het rijksmonumentenregister alleen gegevens over de inschrijving en de identificatie van de rijksmonumenten. Het nieuwe register bevat geen motivering van de aanwijzing. Het is om die reden belangrijk telkens over een actuele waardenstelling te beschikken. Een bouwhistorisch onderzoek of andere bronnen, zoals een advies van de erfgoedcommissie, is noodzakelijk.
Tot de inwerkingtreding van de nieuwe Erfgoedwet werd gesproken over een “redengevende omschrijving”. Dat was toen de onderbouwing om een monument als Rijksmonument aan te wijzen, maar deze functie is vervallen. Uit de jurisprudentie is, op basis van de oude systematiek, een aantal lijnen af te leiden met betrekking tot wat wel of niet een beschermde status heeft. Deze lijnen zijn in het jurisprudentieoverzicht zijn opgenomen. Deze uitspraken kunnen nu nog relevant zijn, maar let op dat – zoals boven beschreven - de systematiek van het beschermen van monumenten sinds de Erfgoedwet is veranderd.

Brand

Hoe zit het met brandvoorschriften in relatie tot monumenten?

Een monument moet voldoen aan de minimumprestatie op het gebied van brandveiligheid als gesteld in het Bouwbesluit . Er kan omwille van de monumentale waarde vrijstelling worden verleend (ex artikel 1.13 Bouwbesluit), maar aangezien het gaat om veiligheid gebeurt dit in de praktijk niet vaak. Het doorvoeren van wijzigingen omwille van de brandveiligheid is vergunningplichtig. Voor het vinden van maatwerkoplossingen, zeker bij verdergaande interventies als extra vluchtwegen, is veelal een dialoog tussen monumentenzorg en de brandweer noodzakelijk. Klik hier voor meer informatie.

Wat te doen na brand in een monument?

Na een brand dient bij een rijksmonument zo snel mogelijk de gemeentelijke monumentenzorg en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) in kennis te worden gesteld. De RCE kan dan (samen met de gemeente) een opname doen en bepalen in welke mate het monument als verloren is beschouwd en of het monument nog hersteld kan worden. Bij een provinciaal of gemeentelijk monument dient alleen de betreffende lokale of regionale monumentenzorg in kennis te worden gesteld. Het herstellen, herbouwen of slopen van een monument is vergunningplichtig. Klik hier voor meer informatie.

ERM-richtlijnen

Welke ERM-richtlijnen komen er?

ERM streeft er naar om voor alle belangrijke onderdelen van het werk aan monumenten een uitvoeringsrichtlijn op te stellen. Klik hier voor een overzicht van bestaande en in ontwikkeling zijnde richtlijnen.

Wat is een ERM-uitvoeringsrichtlijn?

Een ERM-uitvoeringsrichtlijn is een document waarin is beschreven hoe een bepaald deel van het werk aan een monument het beste uitgevoerd kan worden. Dat gebeurt met de uitvoeringstechnieken en methoden die historische verantwoord zijn. De uitvoeringsrichtlijnen bevat ook de technische specificaties van materialen, gebruik van producten, verbindingen etc.
De uitvoeringsrichtlijnen kunnen worden gezien als een vorm van zelfregulering; het zijn geen wetten, maar praktische richtlijnen die voor en door de markt zijn gemaakt. Doel en totstandkoming lijken sterk op normalisatienormen die in samenspraak tussen publieke en private sector tot stand komen. Normalisatie is het proces waarbij regels op vrijwillige basis tot stand komen door overeenstemming tussen belanghebbende partijen. Daar gaat het ook om een open proces van totstandkoming, waarbij vertegenwoordigers van alle betrokken partijen vrijwillig afspraken maken over een product, dienst of proces. Er zijn wel verschillen, zoals met de NEN-normen. Deze zijn slechts tegen vergoeding toegankelijk. De ERM-uitvoeringsrichtlijnen zijn voor een ieder kosteloos te downloaden en vrij toegankelijk.

Wat is een ERM-beoordelingsrichtlijn?

Een ERM-beoordelingsrichtlijn is het document wat de eisen bevat waaraan een te certificeren bedrijf moet voldoen om een certificaat te verkrijgen. Ook de manier waarop certificatie plaatsvindt, is beschreven.

Omgevingsvergunning

Kan het bevoegd gezag de ERM-uitvoeringsrichtlijnen in de omgevingsvergunning opnemen?

Ja, deze richtlijnen kunnen niet alleen in subsidiebeschikkingen en aanbestedingscontracten staan, maar ook in de omgevingsvergunning. In de praktijk wordt veelal in de vergunningaanvraag verwezen naar, met name genoemde, ERM-richtlijnen. Als dat niet is gebeurd kan het bevoegd gezag in de vergunning opnemen dat de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd volgens de in de beroepsgroep geldende normen, zoals de ERM-richtlijnen. Daarbij moet een formulering zijn gekozen waarbij aanvrager de gelegenheid heeft om op een andere manier dan door naleving van de ERM-richtlijn, het belang van het monument te borgen. Ook als er geen expliciete vermelding in dit soort stukken is opgenomen kunnen de ERM-richtlijnen een concreet houvast zijn als best practice. Dat kan bijvoorbeeld helpen bij de uitleg / interpretatie van algemener geformuleerde normen zoals de algemeen geformuleerde onderhoudsplicht. Klik hier voor meer informatie.

Informatie over
groen erfgoed
Toezicht op
monumenten
Projectaanpak
restauratie
Richtlijnen
verduurzaming
Restauratoren
Register

Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM)
Bezoekadres: Utrechtseweg 12, Amersfoort. Postadres: Postbus 420, 2800 AK Gouda. Tel: 085 - 486 24 80