Aanpak Groen Erfgoed

Voor een gedegen aanpak van Groen Erfgoed zijn verschillende disciplines nodig: denk aan tuinhistorici, landschapsarchitecten, beheerders, beplantingsspecialisten en tuinbazen.

De eerste stap in dit proces is onderzoek naar de tuinhistorie en de natuurwaarden. Deze onderzoeken bevatten een analyse en waardering die aangeeft welke kwaliteiten aanwezig zijn en waar we zorgvuldig mee om moeten gaan. Op basis van de onderzoeken en de waardenstelling kan een visie ontwikkeld worden voor de instandhouding, herstel en eventuele nieuwe ontwikkelingen. Vervolgens wordt deze visie uitgewerkt in concrete plannen voor beheer, herstel en inrichting die weer de basis voor de praktische uitvoering.

Onderzoek

Voor een goede instandhouding van historische tuinen en parken moeten we allereerst weten hoe die historie precies in elkaar steekt. Wanneer is de tuin aangelegd, hoe is dat gebeurd, hoe zag hij er destijds uit en wat is er daarna allemaal veranderd? Door de jaren, soms zelfs eeuwen heen hebben de eigenaren van de buitenplaats en hun tuinarchitecten en tuinbazen steeds weer veranderingen in de tuin aangebracht. Soms kleine ingrepen maar regelmatig ging ook een hele tuin letterlijk op de schop en werd aangepast aan de nieuwste trend in tuinmode. 

In een tuinhistorisch onderzoek wordt eerst gekeken naar wat er bekend is uit het verleden met behulp van oude kaarten, plattegronden, archiefstukken, foto’s en mondelinge overlevering. Vervolgens worden er inventarisaties uitgevoerd in de tuin van de buitenplaats. Wat is er van al die geschiedenis nog aanwezig en zichtbaar? Wanneer zouden de nog aanwezige oude bomen zijn ingeplant en de verschillende paden en vijvers zijn aangelegd? Is dat te relateren aan een bepaalde activiteit in het verleden bijvoorbeeld de verbouw van het huis? Behalve naar de historische ontwikkeling van de tuin zelf wordt ook gekeken naar de plaats en de rol van de buitenplaats in het omliggende landschap en de ontstaansgeschiedenis van het landschap.  

Met behulp van al deze informatie wordt een reconstructie op papier gemaakt van de ontwikkelingsgeschiedenis van de buitenplaats, meestal voorzien van meerdere kaarten waarin de historische gelaagdheid zichtbaar wordt gemaakt. Vervolgens kan op basis hiervan een waardebepaling worden opgesteld van de cultuur- en tuinhistorische waarden van de buitenplaats. Deze waarden worden bepaald door de zeldzaamheid, de gaafheid en de ouderdom van de verschillende elementen en tuinonderdelen. We weten nu welke elementen uit welke periode nog aanwezig zijn en hoe waardevol het is om deze te behouden voor de toekomst en kunnen daar vervolgens herstel- en beheermaatregelen baseren.  

Het uitvoeren van een tuinhistorisch onderzoek wordt meestal gedaan door een (tuin)kunsthistoricus. In de Richtlijn Tuinhistorisch Onderzoek (URL 6001) staat waaraan een goed onderzoek en waardebepaling moet voldoen. 

Planvorming

Instandhoudingsplan
Een instandhoudingsplan is een plan waarin alle aspecten van beheer, herstel en onderhoud worden beschreven. In de praktijk wordt hiervoor ook het begrip beheerplan gebruikt. Het instandhoudingsplan bestaat uit een beheervisie en een herstel- en onderhoudsplan. Een instandhoudingsplan wordt gemaakt door een adviseur groen erfgoed.

Een goed instandhoudingsplan bevat ten minste de volgende onderdelen:
• samenvatting, conclusies en waardering van het tuinhistorisch onderzoek, het onderzoek naar natuurwaarden en het onderzoek naar gebruikswaarden. 
• beschrijving en kaarten van het terrein.
• informatie over geomorfologie, bodem en waterhuishouding.
• beschrijving van de actuele staat van het onderhoud met een evaluatie van het gevoerde beheer.
• analyse van de sterke en zwakke punten van de aanleg, het beheer en gebruik.
• beheervisie met streefbeelden.
• onderhoudsplan met de jaarrond onderhoudswerkzaamheden per locatie.
• herstelplan voor onderdelen of elementen die voor restauratie in aanmerking komen.
• beschrijving van de organisatie van de werkzaamheden met eisen aan en aandachtspunten bij de uitvoering.
• planning en kostenraming.

Beheervisie

Beheer en onderhoud, twee verschillende termen
De termen beheer en onderhoud worden vaak door elkaar gebruikt. Ze hebben echter een verschillende betekenis.
• Beheer omvat de totale zorg en verantwoordelijkheid voor een tuin en bestaat uit onderzoek, beleid, planning, exploitatie en uitvoerend onderhoud.
• Onderhoud bestaat uit regelmatig terugkerende werkzaamheden voor een goede instandhouding van de tuin zoals snoeien, wieden en perkgoed inplanten.

Uit de analyses en waardestelling van de onderzoeken wordt duidelijk hoe de historische gelaagdheid van de tuin of het park in elkaar zit en wat hierin de meest waardevolle elementen zijn. Nu kan een visie ontwikkeld worden voor de instandhouding en het beheer. Deze visie is dus gebaseerd op een onderbouwde keuze, op grond van een analyse en waardering van de resultaten van het tuinhistorisch onderzoek en de inventarisaties van natuurwaarden, de waterhuishouding en de bodem. Maar ook de recreatieve en belevingswaarden en de wensen van belanghebbenden worden in deze visie meegenomen. Een beheervisie wordt meestal voor een langere periode (12 tot 18 jaar) opgesteld. 

Onderhoudsplan
De beheervisie wordt concreet uitgewerkt in het onderhoudsplan. Dit is een concrete uitwerking van de beheervisie. Het plan beschrijft alle uit te voeren onderhoudswerkzaamheden per locatie over een bepaalde periode. Het onderhoudsplan wordt vaak voor 6 tot 12 jaar opgesteld. Als het monument in aanmerking komt voor  Subsidie Instandhouding Monumenten (SIM) is het handig om de looptijd parallel te laten lopen aan de Sim. 

Herstelplan
Bij grotere herstelwerkzaamheden wordt vaak een apart herstelplan gemaakt. Hierin wordt omschreven welke keuzes er gemaakt worden bij de restauratie, hoe de restauratiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd en welke materialen worden toegepast. De Restauratieladder kan bij het maken van deze keuzes een zinvol hulpmiddel zijn.

Inrichtingsplan
De tijd in historische tuinen en parken staat niet stil. In iedere tijdsperiode wordt er weer invulling gegeven aan nieuwe lagen. Het gebruik is veranderd, de eisen aan tuin en park met betrekking tot toegankelijkheid, parkeerruimte, wooncomfort, belevingswaarde, onderhoud, ontwikkelingsmogelijkheden, vragen om een aanpassing. Deze wensen tot verandering in groen erfgoed staan vaak op gespannen voet met de wens tot instandhouding. Toch zal er met oog op de continuïteit ruimte moeten zijn voor ontwikkeling. Ook in het verleden werden regelmatig kleine en grote veranderingen doorgevoerd die nu als historische laag worden gewaardeerd en beschermd. 

De basis voor aanpassing of verandering vormt een goed uitgewerkt inrichtingsplan en visie waarin op basis van de waardering van de huidige cultuurhistorische en ecologische waarden keuzes en afwegingen worden gemaakt en beargumenteerd en waarvoor een vergunning wordt verkregen. In een goed plan snijdt het mes vaak aan twee kanten: versterking van de cultuurhistorische kwaliteit door bijvoorbeeld restauratie van monumentale elementen en gelijktijdig aanpassingen en verbeteringen aanbrengen die, passend binnen de historische context, de tuin weer een generatie verder kunnen brengen.   

Uitvoering

Het onderhoud van groen erfgoed is gericht op het langdurig in stand houden en beheren van een historische aanleg. Het werken met levend materiaal vereist inzicht in de historische aanleg en een goede planning voor de toekomst. Het beheer bepaalt de verschijningsvorm en conservering van de groenaanleg. Voor een goed beheer is planmatig werken essentieel. De beheervisie en het beheerplan, meestal opgesteld door de opdrachtgever en zijn adviseur, vormen bij voorkeur het uitgangspunt bij het uitvoeren van werkzaamheden in de vorm van een werkplan of een bestek.

Uitvoering gebeurt onder leiding van een tuinbaas of een in groen erfgoed gespecialiseerde vakbekwaam hovenier (erfgoedhovenier) en onder verantwoordelijkheid van de opdrachtgever, eventueel met begeleiding van zijn adviseur. Overige uitvoerende personen kunnen zijn: eigen medewerkers van een organisatie, medewerkers/hoveniers van ingehuurde partijen en vrijwilligers. Zij werken volgens dezelfde principes onder leiding van de tuinbaas of de erfgoedhovenier.