ERM nieuwsbrief - mei 2017
Grote belangstelling voor nieuw model Restauratiebestek
‘Dit heeft meer de omvang van een congres dan van een workshop’, constateerde Marjella Prins bij aanvang van haar parallelsessie, als onderdeel van de kennisbijeenkomst ‘Restauratie toekomstbestendig’. Ruim 180 belangstellenden waren 25 april jongstleden afgekomen op de door ERM en NMO verzorgde middag waarin het nieuwe Restauratiebestek werd gepresenteerd. Aan de ontwikkeling van het Restauratiebestek is door restauratiearchitecten (VAWR) en restauratie-adviseurs (VAM) bijna twee jaar gewerkt. Lees verder.
ERM op Erfgoedfair
ERM is aanwezig op de volgende editie van de Erfgoedfair, zaterdag 20 mei 2017. Deze keer is de locatie de Generaal de Bonskazerne in Velp. Het militair gebouwencomplex uit 1939 is een rijksmonument in expressionistische stijl en moest destijds plaats bieden aan 1200 militairen. Tegenwoordig liggen de mogelijkheden van het complex nog open, maar is het in ieder geval een locatie met een rijke historie.
ERM presenteert onder andere de herziene en uitgebreide waaier Uw monument energiezuinig. Daarnaast staat in een lezing, door Ruurd van Donkelaar, URL 6010 Hovenierswerk in historische tuinen en parken centraal. In deze URL veel praktische tips voor het uitvoerende werk van de hoveniers in groene monumenten.
De fair is van 10:00 – 16:00 uur, u kunt hier toegangskaarten bestellen.
URL Historisch Pannendank vastgesteld
Het Centraal College voor Deskundigen Restauratiekwaliteit heeft in de vergadering van 24 maart jl. de URL 4014 Historisch Pannendak vastgesteld. Deze uitvoeringsrichtlijn beschrijft de werkzaamheden bij het herstellen van daken met historische dakpannen en leipannen ten behoeve van onderhoud en restauratie van monumenten en karakteristieke gebouwen. Ook het aanbrengen van isolerende materialen onder de pannen is in deze URL beschreven, omdat het aanbrengen van isolatie consequenties heeft voor de detaillering en vorm van het dak.
Eeuwen oud
De toepassing van dakpannen als harde dakbedekking is al eeuwen oud. Variërend van eenvoudige woonhuizen tot grote kerken en kastelen is de meest toegepaste dakbedekking. In de loop van de tijd is een rijke verscheidenheid aan soorten dakpannen gemaakt. Ook zijn hierbij de nodige regionale tradities ontstaan.
Onderhoud en restauratie
Daken die met pannen gedekt zijn, vragen in het algemeen weinig onderhoud en kunnen vaak zo'n 150 tot 200 jaar mee, zonder grote problemen. De vernageling van de panlatten bepaalt bij dakpannen de cyclus van restauratie en groot onderhoud. Leipannen werden veel toegepast bij daken van zogenaamde ‘Engelse villa's’, serres en wangen van dakkapellen. Er wordt grote waarde gehecht aan het historisch dakenlandschap en daarmee aan de waarde van de originele dakpannen of leipannen. Alles is erop gericht om zoveel mogelijk dakpannen her te gebruiken. Als historisch pannendak worden alle dakpannen en dakleipannen beschouwd tot ongeveer 1965 (Wederopbouw). Het gaat zowel om keramische dakpannen als dakpannen vervaardigd van cement. In bijzondere gevallen kunnen ook buitenwanden bekleed zijn met dakpannen.
Certificering mogelijk
Dakdekkers die willen laten zien dat zij hun vak met betrekking tot monumenten verstaan, kunnen zich laten certificeren. Dan is niet alleen de uitvoeringsrichtlijn Historisch Pannendak, maar ook de Beoordelingsrichtlijn Onderhoud en restauratie van monumenten (BRL 4000) van toepassing. Gecertificeerde dakdekkers mogen het logo Erkende Restauratiekwaliteit voeren en worden vermeld op de website van de stichting ERM.
Vier richtlijnen voor daken
Het CCvD Restauratiekwaliteit maakt voor ieder type dakbedekking een uitvoeringsrichtlijn. Eerder al werden de uitvoeringsrichtlijnen voor daken met riet en met leien vastgesteld. In juni 2017 wordt de laatste richtlijn voor daken verwacht, de richtlijn voor metalen dakbedekking en goten.
Enkele veel gestelde vragen, en hun antwoord
Kan een eigenaar verplicht worden tot onderhoud van zijn eigen huis omdat het een monument is?
Aan een eigenaar van een monument kan in bepaalde gevallen de verplichting worden opgelegd zijn monument te onderhouden. Dat is mogelijk bij (ernstige) verwaarlozing van het monument. Het kan dan gaan om passief verwaarlozen (geen onderhoud plegen inzake het wind- en waterdicht houden van een monument) als het actief verwaarlozen (bijvoorbeeld het bewust open laten van ramen en deuren) of slopen zonder vergunning. Weliswaar is de Monumentenwet vervallen, maar onderdelen van die wet zijn toch nog van kracht via een overgangsbepaling in de Erfgoedwet. Die overgangsbepaling geldt tot het moment dat de Omgevingswet die bepalingen heeft overgenomen. Dus de formele grondslag voor de instandhoudingsplicht is te vinden in artikel 9.1.1. onder a Erfgoedwet jo artikel 11, eerste lid, Monumentenwet.
De gemeente kan dan ook handhavend optreden (last onder dwangsom). Kijk hier voor meer informatie over de voorwaarden aan een last onder dwangsom.
Gelden de regels voor de onderhoudsplicht van rijksmonumenten ook voor gemeentelijke monumenten?
Nee, de regeling in de Erfgoedwet geldt alleen voor rijksmonumenten. De gemeenten stellen zelf de eisen aan het onderhoud van gemeentelijke monumenten. Kijk dus in de gemeentelijke verordening welke regeling geldt.
In de (model) erfgoedverordening van de VNG is ook een bepaling opgenomen waarmee verwaarlozing van gemeentelijk monumenten kan worden tegengegaan. In artikel 13 staat een verbod om ‘een gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen, of daaraan onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding noodzakelijk is’.