Eerste certificaat groen erfgoed voor Debie & Verkuijl
Debie & Verkuijl is als eerste hoveniersbedrijf landelijk gecertificeerd voor haar kennis op het gebied van groen erfgoed. Het bedrijf heeft zich gespecialiseerd in hovenierswerkzaamheden bij historische tuinen, parken, landgoederen en buitenplaatsen. Debie & Verkuijl werkt daarbij volgens de ERM-richtlijnen URL 6010 en BRL 6000. Hobéon verzorgde de certificering. Lees verder.
Het team van Debie en Verkuijl dat is gecertificeerd voor groen erfgoed - bron: eigen foto
ERM bestuurslid Erik Jan Brans: ‘Er wordt steeds meer met de uitvoeringsrichtlijnen gewerkt’
‘Voor de Vereniging Architecten Werkzaam in de Restauratie (VAWR), die ik in het ERM-bestuur vertegenwoordig, spelen op dit moment twee belangrijke, aan ERM gerelateerde zaken. De eerste is de opname van de ERM-richtlijnen binnen de STABU 2-systematiek (het model-Restauratiebestek). De tweede is om niet alleen te zeggen dat je werkt volgens uitvoeringsrichtlijnen, maar dat ook aan te tonen met certificering. Het is belangrijk om dat bij bedrijven, opdrachtgevers en overheden onder de aandacht brengen’. Lees verder.
ERM-bestuurslid Erik Jan Brans: STABU 2 en het model-restauratiebestek leiden tot een verbetering van de kwaliteit van bestekken – bron: eigen foto
Informatiedag 21 mei 'Restauratie- en onderhoudsplannen die tellen’
‘Voor zowel het monument als voor de opdrachtgever is het belangrijk dat bouwkundige inspecties uniform en dus onderling vergelijkbaar worden opgesteld. Ook afspraken over de onderbouwing en inhoud van adviezen voor onderhoud en herstel zijn van groot belang. De nieuwe uitvoeringsrichtlijnen “Bouwkundig advies’ (URL 2001)” en “Gebouwinspecties’ (URL 2005)” maken ook in de monumentenzorg controleerbare eenduidigheid mogelijk’, aldus Ben Massop. Hij is een van de sprekers op de Informatiedag ‘Restauratie- en onderhoudsplannen die tellen’, op 21 mei aanstaande. Lees verder.
Ben Massop: ‘Nieuwe uitvoeringsrichtlijnen maken controleerbare eenduidigheid mogelijk’ – bron: eigen foto
3D brengt vakmanschap, restauratiekwaliteit en digitale technieken samen
Naast het 3D-scannen en het 3D-digitaal meten, vanuit een vast punt met een uittrekbare draad -het zogenaamde Proliner-principe-, is het ook mogelijk om met een 3D-laser meetapparaat een CAD-opname te vervaardigen. Op zoek naar innovaties voor de monumentensector was ERM-medewerker Ron Spaan onlangs bij een presentatie. Lees verder.
3D met CAD inmeting van een monumentale kapconstructie dak – bron: Ron Spaan
Richtlijnen vormen basis voor erfgoedopleidingen
‘Al onze opleidingen bij het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen (NCE) en de cursussen bij het Nationaal Restauratie Centrum (NRC) gebruiken de betreffende Uitvoeringsrichtlijn als basis voor de lesstof. Ik zie daarop toe, naast mijn zorg voor de onderlinge samenhang van de opleidingen en de cursussen, het respect hebben voor elkaars vakdiscipline’. Dat vertelt Klaas Boeder, die de kwaliteit van de opleidingen binnen het NCE en NRC bewaakt. ‘Het gaat goed, er is een hecht stelsel in ontwikkeling van gekwalificeerde opleidingen en cursussen, in samenhang met de richtlijnen’. Maar zorgen heeft hij ook: ‘de animo voor het vakgebied moet groter’. Lees verder.
Klaas Boeder: ‘Er is een hecht stelsel in ontwikkeling van gekwalificeerde opleidingen en cursussen in samenhang met de uitvoeringsrichtlijnen’ – bron: eigen foto
Mini-symposium ‘Monument en Duurzaamheid in Balans’
Op de eerste dag van de beurs Monument, in de Brabanthallen in Den Bosch, dinsdag 14 mei, verzorgt ERM van 13.30 -15.00 uur het mini-symposium ‘Monument en Duurzaamheid in Balans’. Eigenaar en architect Fenneken Anneveld - van Wesel, Felix Kusters (ERM), Claudia van ‘t Slot (gemeente Amsterdam) en Barend Jan Schrieken (NV Bergkwartier) gaan aan de hand van praktijkvoorbeelden in op het vinden van een goede balans tussen de ambities van monumentenbehoud en verduurzaming. Aansluitend gaat de korte gelijknamige video ‘Monument en duurzaamheid in balans’ in première. Dit is de eerste van een reeks informatieve video’s voor opdrachtgevers die in samenwerking met allerlei betrokkenen wordt gemaakt. Kijk hier voor meer informatie
Architect Fenneken Anneveld - van Wesel is een van de sprekers op het mini-symposium – bron: eigen foto
Verduurzaming woonhuismonumenten
Monumentenwacht Noord-Brabant en de provincie Noord-Brabant houden op 16 mei 2019 van 12.30 – 18.00 uur een informatiebijeenkomst in het provinciehuis te ’s-Hertogenbosch over verduurzaming van woonhuis-monumenten. Aandacht die middag voor onder meer het nemen van verduurzamingsmaatregelen met aandacht voor de historische waarden, uitleg over financieringsmogelijkheden van verduurzamingsmaatregelen, uitleg over de nieuwe woonhuisregeling, informatie over warmtepompen en verhalen uit de praktijk. ERM is met een stand aanwezig. Kijk hier voor meer informatie.
Bron: Monumentenwacht Noord-Brabant
Vragen en antwoorden over verduurzaming
Hoe kan eenvoudig energie worden bespaard in een kerkgebouw?
In veel monumentale gebouwen is het mogelijk om eenvoudige maatregelen (quick wins) te bepalen die een flinke energiebesparing kunnen opleveren, zich relatief snel terugverdienen en de cultuurhistorische waarden van het gebouw intact laten. Zo ook in monumentale kerkgebouwen. Specifieke quick wins voor kerkgebouwen zijn: inregelen cv-installatie, leidingisolatie, ledverlichting, bewegingsmelders voor verlichting, centrale aan/uit schakeling van verlichting, kierdichting en aanbrengen van tochtportalen. Dit soort maatregelen verdienen zich binnen enkele jaren terug en tezamen kunnen ze een besparing opleveren in de ordegrootte van 25% van het gas- en stroomverbruik.
Heeft het isoleren van een kerk veel effect?
De meeste kerken hebben een extentief gebruik en de gebruikstemperatuur is doorgaans vrij laag. Isolatie levert juist het meest op bij intensief gebruik en hogere binnentemperaturen. Qua energiebesparing is het rendement van isolatie van kerkgebouwen daarom meestal beperkt. Daarbij komt dat na-isoleren van kerken ingrijpend en kostbaar is. Ook mogen de monumentale waarden van het gebouw niet in het geding komen. De ambitie om te verduurzamen draait natuurlijk in de eerste plaats om energiebesparing, maar het is goed om ook de financiën in beeld te hebben. Alleen voor kerkgebouwen met een hoge gebruiksintensiteit en gebruikstemperatuur wordt het in financieel opzicht enigszins interessant, maar de terugverdientijd zal altijd vrij lang zijn. Verder moet bij na-isolatie van monumentale gebouwen altijd goed worden gelet op het vermijden van vochtproblemen die bijvoorbeeld leiden tot houtrot. Een juiste afstemming van het isolatiepakket op de specifieke situatie en aandacht voor ventilatie zijn hierbij essentieel.
Welk verwarmingssyteem is het meest geschikt voor kerkgebouwen?
Vanwege het meestal incidentele gebruik en de grote hoge ruimte kost het centraal verwarmen van kerkgebouwen veel energie. Daarbij komt dat kerken vaak alleen lokale verwarmingsbehoefte hebben. Daarom kan veel energie worden bespaard door alleen daar te verwarmen waar de bezoekers zich bevinden. Dit levert niet alleen milieuvoordelen op maar zorgt tevens voor lagere exploitatiekosten. Voorbeelden van lokale verwarming zijn bankverwarming, voetverwarming en infraroodstralers of -panelen. Lokale verwarming is energie-efficiënt omdat de warmte direct wordt afgegeven op de plaats waar deze nodig is. Ook is lokaal verwarmen gunstig voor het binnenklimaat, vanwege het uitblijven van grote wisselingen in temperatuur en relatieve vochtigheid in het gebouw. Lokaal treden die wisselingen echter wel op, waardoor er schaderisico ontstaat met betrekking tot de verwarmde houten interieurdelen. Vanwege het behoud van de cultuurhistorische waarden moet hier kritisch naar gekeken worden, zodat deze risico’s tot een minimum beperkt blijven.