Omgevingswet, scholingsplan, werk- en keuringsplannen in herziening BRL 3000

De beoordelingsrichtlijn 3000 'Erkend Restauratie Bouwbedrijf', is aan actualisatie toe. De nieuwe wet- en regelgeving rond de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging worden in deze nieuwe versie verwerkt en ook verbeteringen wat betreft het scholingsplan, eisen rond werkplannen en keuringsplannen. We praten erover met Klaas Boeder, die de herziening ter hand neemt.

Vanaf het allereerste begin is hij als rapporteur betrokken bij de beoordelings- en uitvoeringsrichtlijnen van ERM en ook deze herziening is grotendeels in zijn handen gesteld. Rustig en beheerst neemt hij ons mee door zijn rijke carrière: “Na de Academie Beeldende Kunst, heb ik gewerkt bij een restauratiearchitect. In 1979 stond ik aan de wieg van de Monumentenwacht in Gelderland en ik was tot 2005 betrokken bij de overkoepelende landelijke MonumentenwachtNL. Daarna ben ik voor mijzelf begonnen als adviseur. Vanaf 2008 ben ik betrokken bij de discussies over de uitgangspunten voor onderhoud en restauratie die uiteindelijk leidde tot ERM met alle richtlijnen”, zo schetst Boeder zijn werk.


Klaas Boeder: “Het streven is om de actualisatie dit jaar af te ronden.” - eigen foto

Erg betrokken
Nog steeds is hij erg betrokken bij het werk van ERM en de richtlijnen. “We hebben op dit moment zo’n 50 bedrijven die Erkend Restauratie Bouwbedrijf zijn. De beoordelingsrichtlijn fungeert als paraplu voor de uitvoeringsrichtlijnen URL 3001 Historische houtconstructies en de URL 4003 Historisch metselwerk. Restauratiebouwbedrijven kunnen daarnaast nog andere certificeringen op andere deelgebieden in huis hebben, zoals restauratievoegwerk. Bij de BRL 3000 staat het organisatorisch vermogen, en daarmee de kwaliteitsborging en de vakdisciplines timmeren en metselen voorop. De gecertificeerde bedrijven zijn – anders dan de gespecialiseerde aannemers – allrounders die ook kennis hebben van de andere vakdisciplines. Daarop worden ze bij een audit beoordeeld”, aldus Boeder.

Wie gecertificeerd wil worden, doet een aanvraag. Die komt via de certificerende instelling bij Klaas Boeder terecht voor een eerste scan. “Dan bekijk ik de gevraagde en ingeleverde voorbeeldprojecten, de omzet, de personele inzet op het gebied van uren en het organogram. Dan heb ik vaak al een goed beeld. We zijn op een positieve manier kritisch, maar het kan zijn dat we op dat moment al weten dat een bepaalde aanvraag het niet gaat halen. Dan communiceren we dat ook aan de aanvrager terug, want de rest van het traject kost tijd en geld”, zo legt Boeder uit.

“Vervolgens gaan we als auditoren op bezoek bij het bedrijf, de initiële audit. Hiervoor trekken we twee dagen uit. Dan bekijken we het bedrijf en bezoeken we een aantal projecten die in uitvoering zijn of recent gereedgekomen zijn. Na beraad geven wij – als het goed is – een positief advies aan de certificerende instelling. Dit advies is zwaarwegend. Na een check op volledigheid van de audit verstrekt de certificerende instelling het certificaat.

Eerste advies
Met regelmaat worden de richtlijnen geactualiseerd, zo ook BRL 3000. “Hij ligt binnen afzienbare tijd voor aan het Centraal College van Deskundigen (CCvD) voor een eerste advies. We hebben met name wijzigingen die voortkomen uit de nieuwe Omgevingswet met daaraan gekoppeld de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKb). Ook al zijn monumenten voorlopig grotendeels nog niet in beeld bij de Wkb, we kijken toch nu ook al naar de verslaglegging van afbreukrisico’s en een borgingsplan die onderdeel zijn van gebouwklasse 1 van die wet. De dossiervorming aan de kant van de aannemer wordt al belangrijker.”

Ook wil de begeleidingscommissie aan het CCvD adviseren om het scholingsplan anders in te richten. “Opleidingsplan en scholingsplan als onderdelen van de BRL worden samengevoegd tot een scholingsplan. Daarin moet duidelijker omschreven staan wat er op het gebied van scholing wordt gedaan door het bouwbedrijf”, zo vervolgt Boeder.

Verder worden een aantal bijlagen toegevoegd en vernieuwd, waaronder een voorbeeld-werkplan en -keuringsplan voor materialen. “Bedrijven hoeven die niet te gebruiken, maar het kan handig zijn om een voorbeeld en maatstaf te hebben voor het eigen kwaliteitshandboek.”

Alle wijzigingen liggen straks ter eerste beoordeling voor en het kan nog een aantal rondes duren voordat dit zich vertaalt in een geactualiseerde beoordelingsrichtlijn. Het streven is om het dit jaar af te ronden.

Het werkt zoals bedacht
Terugkijkend op al die jaren stelt Boeder dat het systeem van richtlijnen functioneert zoals het ooit is bedacht. “Het werkt in grote lijnen zoals bedacht, juist met alle aanpassingen zoals de ERM steeds doet. Het enige wat ik nog wel zou willen veranderen, en dat roep ik al enkele jaren, is dat je wat meer maatwerk zou kunnen toepassen bij de certificering en hercertificering. Het is lastig, dat weet ik, maar in mijn optiek zou je voor grote bedrijven wat meer tijd moeten uittrekken en bij wat kleine bedrijven wat minder. Nu is de tijdsbesteding voor kleine en grote bedrijven nog allemaal gelijk”, zo besluit Klaas Boeder.

Hoe verloopt de procedure rond actualisatie van een richtlijn?

Na instemming van het Centraal College van Deskundigen Restauratiekwaliteit (CCvD) van Stichting ERM wordt de conceptrichtlijn door ERM gedurende minimaal 4 weken ter visie gelegd via publicatie op haar website. Belanghebbenden worden hierover schriftelijk geïnformeerd.

ERM stuurt vervolgens het ingekomen commentaar door naar de begeleidingscommissie. De begeleidingscommissie verwerkt het binnengekomen commentaar in de tekst en maakt een overzicht van hoe het commentaar is verwerkt. Het CCvD beoordeelt deze verwerking en stelt vervolgens de geactualiseerde versie van de richtlijn vast. Na bekrachtiging door het bestuur van ERM wordt de definitieve versie gepubliceerd op de website van Stichting ERM.

Informatie over
groen erfgoed
Toezicht op
monumenten
Projectaanpak
restauratie
Richtlijnen
verduurzaming
Restauratoren
Register

Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM)
Bezoekadres: Utrechtseweg 12, Amersfoort. Postadres: Postbus 420, 2800 AK Gouda. Tel: 085 - 486 24 80